Ex. 3: Pouvoir, vouloir, boire, croire (FS + Cond)

Ik zou kunnen/mogen
A
je pourrai
B
je pourrais
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Ik zou kunnen/mogen
A
je pourrai
B
je pourrais

Slide 1 - Quizvraag

wij zouden willen

Slide 2 - Open vraag

jullie zullen drinken

Slide 3 - Open vraag

hij zal geloven

Slide 4 - Open vraag

wij zouden geloven

Slide 5 - Open vraag

ik zou willen

Slide 6 - Open vraag

jij zal willen

Slide 7 - Open vraag

hij zal drinken

Slide 8 - Open vraag

zij (mnl) zouden mogen/kunnen

Slide 9 - Open vraag

u zou geloven

Slide 10 - Open vraag