I Zinnen begrenzen=Het zinsgedeelte moet deel uitmaken van de zin, omdat het een bijzin is.
Bijzinnen die beginnen met de onderschikkende voegwoorden zoals
als, doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, zodat, zodra, hoewel, waar, etc zijn onderdeel van een (samengestelde) zin.
-Ik had me niet voorbereid op mijn examen, waardoor ik gezakt ben.
Ik had me niet voorbereid op mijn examen. Hierdoor ben ik gezakt.
-Ik ben gezakt, wat me niet boeit.
Ik ben gezakt. Dat boeit me niet.
-De reis ging naar Canada, waar we een fijne tijd hadden.
De reis ging naar Canada. Hier hadden we een fijne tijd.
- Hoewel hij niet leerde, ging hij wel over./ Hij ging wel over, hoewel hij niet leerde.
- Omdat hij niet leerde, bleef hij zitten. / Hij bleef zitten, omdat hij niet leerde.