Klas 3 gymn Montag, den 7. Februar 2022

Montag, den 7. Februar 2022
  • Willkommen
  • GP lezen vrijdag 11 februari a.s.
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Wörterliste B + machen Aufgabe
  • Gemeinsam lesen ab Seite 58
  • Aussprache Konsonanten
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Montag, den 7. Februar 2022
  • Willkommen
  • GP lezen vrijdag 11 februari a.s.
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Wörterliste B + machen Aufgabe
  • Gemeinsam lesen ab Seite 58
  • Aussprache Konsonanten
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

GP Lezen vrijdag 11 februari a.s.
  • eigen woordenboek Duits->Nederlands meenemen.
  • of een lenen -> `borg/inleg` lokaal 006 (tussen 07.45-08.00 uur)

Slide 2 - Tekstslide

Nachsehen Hausaufgaben:
W11 + W12 Seiten 158-159
Lesen t/m 72
Stencil wederkerend vnw.

Slide 3 - Tekstslide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt woorden uit de woordenlijsten toepassen in zinnen.
  • Je weet wat de aandachtspunten zijn voor het wederkerend vnw.
  • Je weet hoe je medeklinkers in het Duits uitspreekt.

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik: Wederkerend vnw.
Wederkerendvnw aandachtspunten:

  • alleen wederkerend vnw in de zin -> 4e naamval
  • naast wederkerend vnw ook lijdend vnw in de zin -> wederkerend vnw 3e naamval
  • Lichaamsdelen in zin -> wederkerend vnw 3e naamval -> in Nederlands gebruiken we het bezittelijk vnw ipv wederkerend vnw.

Slide 5 - Tekstslide

Wörterliste B Seite 51 TB
Bespreken Wörterliste B -> Aandachtspunten?

  • Lesen Aufgabe 8.2 A
  • Zelfstandig maken Aufgabe 8.2 B Seiten 117-118  -> uitleg!! => Lücken
  • Klaar: Aufgabe 15.1 Seite 131 + bron 15 TB Seite 44   
                    Online maken alibi -> bij Lernecke Kapitel 12
  • Besprechen Aufgabe 8.2 B
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Gezamenlijk lezen
Lezen boekje voor boektoets vanaf bladzijde 73

Wie kan in kort samenvatten waarover het verhaal tot nu toe gaat?

Slide 7 - Tekstslide

Aussprache   Seite 124
Aufgabe 11.2                 -> Wiederholung Aussprache Klasse 2
Aussprache: s  ss  ß  z  sch  sp  st  

             ss               ß               z              sch             sp              st  
s of z       ss              ss             ts             sj                 langer uitspreken s
na s klinker ->uitspraak z

Slide 8 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Lernen:      Wörterliste A+B  Seiten 50-51  Textbuch
Lernen:      Grammatik vervoegen verleden tijd  zwakke ww, modale ww en het wederkerend
                       vnw. (1t/m3)   eiten 48-49 Textbuch (+ stencils)

Machen:
  • Aufgabe 8.2B Seite118
  • Aufgabe 15.1   Seite 131 + bron 15 TB Seite 44
  • Lezen tot en met Seite 89

Slide 9 - Tekstslide

Zum Schluss

Slide 10 - Tekstslide

Freitag, den 11. Februar

Bespreken + Leren Schreibecke TB Seite 44
Hörspiel 6.3 + 8.3  Seite 115 + 119
M herhalingsoefeningen online: 17.4 + alibi + oefentoets

Slide 11 - Tekstslide

Leesboekje
Leesboektoets voor de voorjaarsvakantie:
  • Multiple choice vragen.
  • Open vragen.
  • Eventueel aanvulling met andere onderdelen.

Slide 12 - Tekstslide

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 13 - Tekstslide

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 14 - Tekstslide

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 15 - Tekstslide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 16 - Tekstslide