Klas 3 gymn Freitag, den 4. Februar 2022

Freitag, den 4. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste B + machen Aufgabe
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Gemeinsam lesen ab Seite 58
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Freitag, den 4. Februar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörterliste B + machen Aufgabe
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Gemeinsam lesen ab Seite 58
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 7.1 Seite 116 + TB Seite 40
Aufgabe 10.1 Seite 121 + TB Seite 41
W9 Seiten 156-157

Slide 2 - Tekstslide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt woorden uit de woordenlijsten toepassen in zinnen.
  • Je leert de aandachtspunten t.a.v. het wederkerend vnw.
  • Je kunt het wederkerend vnw. toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Wörterliste B Seite 51 TB
Bespreken Wörterliste B -> Aandachtspunten?

  • Lesen Aufgabe 8.2 A
  • Zelfstandig maken Aufgabe 8.2 B Seiten 117-118  -> uitleg!! => Lücken
  • Aufgabe 8.2 c -> bedenk minimaal 2 zinnen.
  • Klaar: W11 en W12 Seiten 158-159
  • Besprechen Aufgabe 8.2 B
  • Aufgabe 8.2 C -> zinnen -> aantal leerlingen voorlezen + welk woord past in de zin!!
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik: Wederkerend vnw.
Stencils
  1. Bestudeer de stencils.
  2. Wat zijn de aandachtspunten? -> aantal leerlingen worden aangewezen!  -> op bord schrijven.
  3. Vaste naamval -> twee wederkeringe vnw!
  4. maken oefeningen op stencil m.b.t. wederkerend vnw + schrijf iedere keer er bij om welke naamval het gaat!!!
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Gezamenlijk lezen
Lezen boekje voor boektoets vanaf bladzijde 58
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Machen + lesen
W11 + W12   Seiten 158-159
Lesen t/m Seite 72
Afmaken stencil wederkerend vnw.

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Lernen:      Wörterliste A+B  Seiten 50-51  Textbuch
Lernen:      Grammatik vervoegen verleden tijd  zwakke ww, modale ww en het wederkerend
                       vnw. (1t/m3)   eiten 48-49 Textbuch (+ stencils)

Machen:
  • W11 + W12   Seiten 158-159
  • Lesen t/m 72
  • Afmaken stencil wederkerend vnw.

Slide 8 - Tekstslide

Zum Schluss

Slide 9 - Tekstslide

Montag, den 7. Februar
Aufgabe 15.1 + bron 15 TB Seite 44
Bespreken + Leren Schreibecke TB Seite 44
Hörspiel 6.3 + 8.3  Seite 115 + 119
M herhalingsoefeningen online: 17.4 + alibi + oefentoets

Slide 10 - Tekstslide

Leesboekje
Leesboektoets voor de voorjaarsvakantie:
  • Multiple choice vragen.
  • Open vragen.
  • Eventueel aanvulling met andere onderdelen.

Slide 11 - Tekstslide

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 12 - Tekstslide

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 13 - Tekstslide

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 14 - Tekstslide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 15 - Tekstslide