Triage BBL Module 1 les 2

Triage BBL leerjaar 1 - les 2
2023-2024
Gespreksopbouw
ABCDE
WHAM
Hartkloppingen


Docent: V. Holtrust
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage BBL leerjaar 1 - les 2
2023-2024
Gespreksopbouw
ABCDE
WHAM
Hartkloppingen


Docent: V. Holtrust

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Terugblik vorige les (NHG TriageWijzer + pijn thorax)
Gespreksopbouw
ABCDE
WHAM

Hartkloppingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
- Triagewijzer 
- Pijn thorax

- Huiswerkopdracht n.a.v. de les gelukt?

- Voorbereiding voor deze les gelukt? - vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw triagegesprek - 7 stappen
1. NAW-gegevens opnemen
2. ABCDE-(in)stabiliteit beoordelen
3. Reden van contact en hulpvraag vaststellen
4. Ingangsklacht vaststellen die de urgentie bepaalt
5. Urgentie bepalen (na samenvatting + hulpvraag herhalen)
6. Bepalen en organiseren van een vervolgactie
7. Het resultaat afstemmen met de beller

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is van belang bij het opnemen van de NAW-gegevens?

Slide 5 - Open vraag

Naam + voorletters (bij kind voornaam) - bij kinderen achternaam gelijk aan die van moeder/vader?
Geboortedatum
Adres + aanwezig op dat adres?
Telnr
2. De ABCDE-(in)stabiliteit beoordelen
Is er direct levensgevaar? ABCDE-stabiel?
Stabiel? -> door met triage
Instabiel? -> handelen - welke urgentie?

Nu korte toelichting maar komt later in de opleiding meer aan bod. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE - afkorting 

Slide 7 - Tekstslide

- Verschil tussen A en B?
- Welke vraag zet je wanneer in?
- D vraag (over het algemeen het meest gesteld) = tweeledig - zowel op bewustzijn/alertheid (AVPU) als uitvalsverschijnselen
- E vraag het minst ingezet - gaat niet specifiek over lichamelijke toestand maar meer over omgeving
3. Reden van het contact en hulvraag vaststellen.
  • Inventarisatie van klacht of probleem
  • Luisterende/stimulerende rol
  • Empathie tonen en het stellen van open vragen
  • Hulpvraag achterhalen


Slide 8 - Tekstslide

Wat bedoelen we met empathie?

Voorbeelden van open vragen: Wat is de reden dat u belt? Waar maakt u zicht zorgen om? Wat bedoelt u met benauwd?

Hulpvraag achterhalen:  Wat wilt u dat er gebeurt? Waarom bent u zo ongerust?
4. Ingangsklacht vaststellen die de urgentie bepaalt.
Wat is er aan de hand?
WHAM vragen - open vragen (toestandsbeeld)

Aan de hand van de antwoorden zoek je de juiste kaart in je triageboek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAM vragen
Voordat je direct naar je boek gaat en gerichte vragen op het onderwerp gaat stellen - zet je eerst de WHAM vragen in


Slide 10 - Tekstslide

W: wie, wat, wanneer, waarom, waar 
H: hoe, hoe lang, hoe hoog, hoe veel
(beloop uitvragen) 
A: actie - wat al gedaan?
M: medicatie - chronisch en nu voor dit probleem? 

LSD!!!!
5. Urgentie bepalen
Vragen uit je triageboek - op volgorde - in eigen woorden
(Niet 2x dezelfde vraag stellen - als dit al aan bod is geweest kun je het kort checken)
Samenvatten 
Check of beeld compleet is

Bijbehorende urgentie zoeken 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Bepalen en organiseren van een vervolgactie 
Aan de hand van de urgentie en de context kijk je wat de meest passende vervolgactie is en zet je deze in richting de patiënt.

Bijv: Consult-visite-spoedconsult/visite-ambulance-advies 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Het resultaat afstemmen met de beller.
Gesprek afstemmen en afronden
Zorg dat je met patiënt op 1 lijn komt 
Geef adviezen mee - overbrugging en vangnet

Slide 13 - Tekstslide

Juiste afronding van het gesprek. Bent u geholpen met dit advies? Heb ik uw ongerustheid weggenomen? Kunt u zich hier in vinden? Was het hierom dat u belde? 

Wanneer dit niet het geval is, vraag je naar de motivering van dit standpunt. Het antwoord levert soms nieuwe informatie op. 

Als er een afspraak bij de huisarts gemaakt is, kunnen er adviezen gegeven worden tot aan dat contact. Hierbij is een vangnet heel belangrijk. U moet terugbellen wanneer … klachten erbij komen.
Hartkloppingen
Kun je een omschrijving geven van wat hartkloppingen zijn?
Wat zou dit voor emotie kunnen oproepen bij patiënt?

Slide 14 - Tekstslide

Thuisarts.nl:
Bij hartkloppingen voel je je eigen hart in uw borstkas of keel kloppen. Het hart kan dan heel snel kloppen, heftig bonzend voelen of een slag overslaan.
Dit kan een heel vervelend gevoel geven. Ook kunnen hartkloppingen je ongerust maken.
Gelukkig betekenen hartkloppingen meestal niet dat er iets mis is met het hart.
Een normale hartslag is tussen de 60 en 90 slagen per minuut, bij rustig zitten.
Bij bewegen of stress:
Wordt de hartslag sneller. Bij sporten kun je bijvoorbeeld een hartslag van 160 slagen per minuut hebben.
Als je daarna weer rustig zit en ontspant, wordt de hartslag weer langzamer. Dit is normaal.
Niet iedereen voelt hetzelfde
  • Het hart kan heel snel gaan kloppen. Je voelt je daardoor heel onrustig.
  • Het hart kan heftig bonzen.
  • De hartslag kan heel onregelmatig zijn: soms ineens sneller en dan ineens weer langzamer.
  • Je kunt voelen dat het hart soms een slag lijkt over te slaan. Vaak komt daarna een extra harde hartslag die voelt als een bons, bonk of dreun.
  • Het hart kan ook heel snel of onregelmatig kloppen zonder dat u dat   merkt.

Slide 15 - Tekstslide

Hartkloppingen zijn meestal ongevaarlijk.
Je kunt er wel van schrikken als u ze voor het eerst krijgt. Neem dan contact op met de huisarts. De huisarts zal samen zoeken naar de oorzaak van de hartkloppingen.
Soms kunnen hartkloppingen wel gevaarlijk zijn (* zie sheet 33) 
Oorzaken
Kun je oorzaken bedenken van hartkloppingen?

Slide 16 - Tekstslide

Hartkloppingen kun je krijgen door:
- Actief bewegen en sporten
- Grote hoogte (bijvoorbeeld in de
   bergen)
- Alcohol drinken
- Roken
- Gebruik van drugs (vooral cocaïne)
   koffie of andere dranken met cafeïne
  (cola, energydrank)
- Een vette maaltijd
- Pijn
- Emoties
- Stress
- Psychische klachten, zoals
  angstklachten zorgen over de
  hartkloppingen. In deze situaties zijn de
  hartkloppingen vaak een normale
  reactie van uw lichaam.

Een te snel werkende schildklier
Longontsteking
Bloedarmoede
Een allergie
Een hartziekte of hartritmestoornis
Hoge bloeddruk
Diabetes (suikerziekte)
Sommige medicijnen (zoals prednison , medicijnen bij ADHD, sommige medicijnen tegen astma, sommige medicijnen voor de schildklier)
Welke bijkomende klachten kunnen er bij hartkloppingen optreden?

Slide 17 - Open vraag

- Duizelig of licht in het hoofd.
- Gevoel geen lucht te krijgen of benauwd
   bent
- Tintelingen handen/voeten/mond.
- Droge mond.
- Hoofdpijn.
- Misselijk.
- Slap gevoel.
Triage vanaf welke kaart?

Slide 18 - Tekstslide

Welke klacht staat voorop?

Kan ook benauwdheid/kortademigheid zijn....pak dan de ingangsklacht kortademig

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor een casus!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Bel in tweetallen via Teams 
- Speel een casus uit (over pijn thorax of hartkloppingen)
- 1 DA - 1 Pat
- Neem dit gesprek op - filmpje 
- Vul samen het beoordelingsformulier (Cum Laude) in 
- Mail het filmpje én het beoordelingsformulier naar vholtrust@deltion.nl 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies