Het was een indrukwekkend boek, want ik kon me erg goed inleven in de hoofdpersoon. Als Martin, een van de hoofdpersonen, wordt aangevallen, voel je zijn woede omdat ze zijn vriendin bedreigen. ”Het deed pijn, maar dat was niet waar Martin het meeste last van had. Het was de complete verrassing van de aanslag die hem van slag had gebracht. Geen moment had hij kans gehad op een reactie of een verdediging en dan dat laatste zinnetje ‘De groeten aan Fanny’. En op dat moment begon er iets te veranderen. Martin, de man die nauwelijks wist wat ruzie of agressie was, werd kwaad, verschrikkelijk kwaad.”(blz. 113).
In dit citaat zie je dat hij verandert, van vriendelijk naar echt verschrikkelijk boos