Les 15 - § 14 Aantrekkelijk formuleren (1)

Les 14
Aantrekkelijk formuleren

Blz.
tb: 
80-81
wb: 
82-85
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 14
Aantrekkelijk formuleren

Blz.
tb: 
80-81
wb: 
82-85

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les

Je leert aantrekkelijk formuleren en te bepalen of je de teksten van andere aantrekkelijk vindt.

Slide 2 - Tekstslide

5 min

Lesindeling
  • Introductie
  • zelfstandig werken: nakijken les 13 en maken deel les 14
  • check lastige woorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teksten aantrekkelijker maken
  • Prettig ritme in zinsbouw en zinslengte
  • Woordkeuze: synoniemen en verwijswoorden
  • Oppassen gebruik archaïsmen en neologismen
  • Voorbeelden 
  • Beeldspraak 
  • Stijlfiguren 
  • Concreet en persoonlijk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees eerst de tekst op blz. 80 en 81

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Illustreer met een voorbeeld
Het was wel duidelijk dat voor de demonstrerende boeren de maat vol was.

Schrijf hier een voorbeeld bij in je schrift.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen 
Emoties laten zich goed vertalen in metaforen.

Kies een van de onderstaande emoties:
  • liefde
  • angst
  • verdriet
  • schaamte
  • walging
  • verbazing
Beeldspraak is een vorm van taalgebruik waarin je met een 'beeld' op een figuurlijke manier omschrijft wat je letterlijk bedoelt. Dit kan met een vergelijking, waarbij je de overeenkomst benoemt tussen het onderwerp (werkelijkheid) en iets heel anders (het beeld).
Als je alleen dit beeld noemt, dan is er sprake van een metafoor. De lezer kan zich zo direct een voorstelling maken van wat je zegt of schrijft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Associëren in een groep
Schrijf alle associaties op bij de gekozen emoties. Wat zie, hoor, ruik, voel of proef je bij deze emotie?

Denk niet teveel na; schrijf gewoon alles op.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppel één metafoor aan jullie woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neologismen
a. Bedenk eens een woord dat je als neologisme kan beschouwen.
b. Kies vijf woorden en maak hier een verhaaltje van.

walkmantijger

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht 4, 6 en 7 t/m 10
Nakijken opdracht les 13

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inloggen in Kwizl

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lastige woorden
Je bent verschillende woorden tegengekomen in de tekst of in de opdrachten.

Wat betekenen ze?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kwinkslag is een geestig gezegde, een grapje. Het woord komt al sinds de vijftiende eeuw voor in het Nederlands en stamt vermoedelijk af van het woord quincken dat ‘zich snel bewegen, flikkeren, schitteren, kwinkeleren’ betekent.
kwinkslag

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

plezier doen

Het kan mij bekoren dat jij voor je eigen rechten opkomt.
bekoren

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

onmetelijk diep

Het culturele verschil tussen de Russische chauffeur en de Mongoolse schaapsherder lijkt peilloos diep. Niettemin sluiten ze vriendschap.
peilloos

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je wacht niet af, maar je denkt vooruit.

Mensen met een proactieve houding grijpen op tijd in en durven zelf de verantwoordelijkheid te nemen
proactief

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vergeet het formulier voor het groepsboek niet in te vullen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies