Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taalverzorging les 6
Welkom 3Vb
Pak je spullen op tafel en wacht rustig de start van de les af
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom 3Vb
Pak je spullen op tafel en wacht rustig de start van de les af
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Laatste pitch
Werkblad bespreken
Taalverzorging
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Tijd voor een pitch!
Slide 3 - Tekstslide
Werkblad nakijken
Slide 4 - Tekstslide
Antwoord werkblad:
1. Anafoor
2. Ironie
3. Hyperbool
4. Anticlimax
5. Litotes
6. Retorische vraag
7. Tricolon
8. Antithese
9. Litotes
10. Understatement
11. Eufemisme
12. Tricolon
13. Sarcasme
14. Antithese
15. Paradox
16. Retorische vraag
Slide 5 - Tekstslide
17. Understatement
18. Understatement
19. Cynisme
20. Paradox
21. Anafoor
22. Climax
23. Antithese
24. Paradox
25. Litotes
26. Retorische vraag
27. Hyperbool
28. Understatement
29. Eufemisme
30. Ironie
31. Sarcasme
32. Cynisme
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
8 stijlfiguren
Let op: Je hoeft niet direct alle stijlfiguren te onthouden.
Opdracht tijdens het luisteren: Koppel elk voorbeeld/uitleg aan de naam van de stijlfiguur.
Slide 8 - Tekstslide
TEGENSTELLINGEN EN ONTKENNINGEN
Slide 9 - Tekstslide
Antithese (tegenstelling)
Bij een antithese zet je tegengestelde woorden tegenover elkaar zodat ze meer opvallen.
- In een politieserie heb je altijd de
goedaardige agent en
zijn
strenge collega
.
Slide 10 - Tekstslide
Paradox (tegenstelling)
Soms lijkt iets een tegenstelling, maar is dat bij nader inzien toch niet zo.
Slide 11 - Tekstslide
Paradox (tegenstelling)
Soms lijkt iets een tegenstelling, maar is dat bij nader inzien toch niet zo.
Slide 12 - Tekstslide
Litotes (ontkenning)
Het ontkennen van het tegenovergestelde (van wat je bedoelt).
Voorbeeld:
Hij woont daar niet onaardig.
Dat is geen slecht idee!
Slide 13 - Tekstslide
Retorische vraag
Een retorische vraag is een vraag waarop geen antwoord wordt verwacht. Je kan het antwoord zelf namelijk al invullen
Zijn we niet allemaal mensen van vlees en bloed?
Denk je dat je het beter weet?
Slide 14 - Tekstslide
Chiasme
Een chiasme is een kruisstelling: als je de woorden van een chiasme onder elkaar plaatst, zie je een kruis.
Zo herhaal je op een speciale manier een begrip (ABBA).
Dames en heren.
Jongens en meisjes.
Slide 15 - Tekstslide
SPOT
Slide 16 - Tekstslide
Ironie (milde spot)
Je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt:
'Ideaal strandweertje!'
Slide 17 - Tekstslide
Sarcasme (bijtende spot)
Bij sarcasme is de spot sterker, bijtender dan bij ironie. Iemand wil de ander kwetsen.
‘Goh, je meent het’,
als je de ander niet serieus neemt.
Slide 18 - Tekstslide
Cynisme (verbitterde spot)
Bij cynisme is er meer sprake van een houding van wantrouwen tegenover andermans bedoelingen. De geloof in goede bedoelingen is er niet meer.
Bijvoorbeeld:
‘Dacht je echt, dat hij wel iets kan?’
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag
Je maakt:
Opdracht 2 & 4 (blz. 44)
Klaar? Ga verder met het schrijven van een samenvatting of creëer je eigen leermanier.
We kijken weer na als iedereen klaar is.
Slide 20 - Tekstslide
Volgende les
Huiswerk:
Werkblad Stijlfiguren
Toets Taalverzorging (11 april)
Slide 21 - Tekstslide
Leg kort uit wat een anafoor is. Geef niet alleen een voorbeeld.
Slide 22 - Tekstslide
Leg kort uit wat een anafoor is. Geef niet alleen een voorbeeld.
Herhaling van hetzelfde woord(groep) aan het begin van opeenvolgende zinnen.
"Niemand zag, niemand wist, niemand deed."
Slide 23 - Tekstslide
Noteer en benoem de stijlfiguur uit de zin.
Ik heb het nu al 100 keer tegen je gezegd.
Slide 24 - Tekstslide
Noteer en benoem de stijlfiguur uit de zin.
Ik heb het nu
al 100 keer
tegen je
gezegd
.
Hyperbool.
Slide 25 - Tekstslide
Noteer uit de zin de uitdrukking. Geef aan of het een spreekwoord, gezegde of zegswijze is.
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Slide 26 - Tekstslide
Noteer uit de zin de uitdrukking. Geef aan of het een spreekwoord, gezegde of zegswijze is.
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Spreekwoord
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Introductieles
Maart 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Taalverzorging les 5
12 uur geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling stijlfiguren
Februari 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
WO
Studiejaar 3
10 - Stijlfiguren
September 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 - Taalverzorging
Oktober 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V5B Literatuur les 14 t/m 16
November 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Taalverzorging les 1
Februari 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
TV 6.2- Stijlfiguren ironie, sarcasme, cynisme
April 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3