Les 4 dinsdag 10 september

Les 4

Dinsdag 10 september

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 4

Dinsdag 10 september

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Huiswerk bespreken
10 min
- Formatieve check
10 min
- Mening, argument, conclusie + tekstdoelen
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!





Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdrachten paragraaf 1
Hoofdstuk 1 Paragraaf 2: Tekstverbanden en signaalwoorden
Opdracht 8 t/m 12

Hoofdstuk 1 Paragraaf 3: Mening, argument en conclusie
Opdracht 1 t/m 5

Slide 4 - Tekstslide

Formatieve check
Klik op de onderstaande link om de check te maken:


Als je klaar bent moet je het niet wegklikken, je hebt de antwoorden namelijk nog nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel punten heb je behaald bij deze check?
012

Slide 6 - Poll

Ik kan mijzelf verbeteren door het volgende te doen:
1. Ik leer/oefen nog een keer hoe je tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van een tekst kunt herkennen.
2. Ik leer/oefen nog een keer hoe je tekstverbanden kunt herkennen aan de hand van signaalwoorden.
3. Ik leer/oefen nog een keer hoe je meningen, argumenten en conclusies kunt herkennen in de tekst.

Slide 7 - Sleepvraag

Activeren Lexis Nexis
Krantenbank, waar je toegang hebt tot vele kranten.
Misschien handig om te gebruiken voor werkstukken, opdrachten etc.

Slide 8 - Tekstslide

Activeren Lexis Nexis

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet hoe je meningen, argumenten en conclusies in een tekst kunt herkennen.
  • Je weet hoe je een overtuigende tekst moet schrijven.
  • Je weet hoe je je mening moet geven en hoe je moet reageren op de mening van een ander.
  • Je weet hoe je je tekst moet indelen in inleiding, middenstuk en slot. 
  • Je weet hoe je het doel van een tekst en de bedoeling van de schrijver moet benoemen.
  • Je kan de hoofdgedachte herkennen en relateren aan de tekstsoort. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een mening?

Slide 11 - Woordweb


Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets vind of niet vind
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een 'conclusie'
A
Hierin wordt het belangrijkste verteld wat de schrijver duidelijk wil maken aan de lezer
B
Hierin wordt samengevat, argumenten beschreven en een standpunt gegeven

Slide 13 - Quizvraag

Conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Roken is ongezond.
Roken stinkt.
Roken is slecht voor je, omdat je er een stinkende adem van krijgt.
Mening
Feit
Argument

Slide 16 - Sleepvraag

Vul in:
Een tekst is meestal verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
In het                          staat de meeste informatie over het onderwerp. Vaak worden hierin de verschillende aspecten van het onderwerp besproken. Dit zijn                                    . 
slot
onderwerpen
deelonderwerpen
middenstuk

Slide 17 - Sleepvraag

Zoek de juiste inleiding, middenstuk en slot bij elkaar door ze te slepen.
Inleiding
De 10-jarige Emily is heel goed in gebarentaal.
Inleiding
Aarzelend zet Bao Bao haar eerste stapjes.
Inleiding
Koningin Máxima heeft de splinternieuwe boot van de reddingsbrigade gedoopt.
Middenstuk
Met de nieuwe boot kunnen in één keer 120 mensen gered worden. Als de boot omslaat, draait hij vanzelf weer om. Hierdoor kan de boot altijd varen, ook met harde storm of onweer.
Middenstuk
Ze maakt er filmpjes van die te zien zijn op haar Facebookpagina ‘Het gebaar van de dag’. Bijna 9.000 mensen volgen haar al.
Middenstuk
Na zes maanden binnen blijven, was het vandaag een blije dag voor panda Bao Bao. Ze mocht voor het eerst naar buiten. Bao Bao werd vorig jaar augustus geboren.
Slot
Sindsdien is de panda de superster van de dierentuin in de Amerikaanse stad Washington.
Slot
De boot kostte bijna 2,5 miljoen euro, maar dan heb je ook wat.
Slot
Met de pagina wil Emily zo veel mogelijk mensen gebarentaal leren.

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is een hoofdgedachte ?

Slide 19 - Woordweb


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 20 - Quizvraag

Oefeningen
Ga aan de slag met het boek Nieuw Nederlands:

Hoofdstuk 1 paragraaf 3 Mening, argument en conclusie
Opdracht 6 t/m 8

Hoofdstuk 1 paragraaf 4 Tekstdoelen en publiek
Opdracht 1 t/m 4

KLAAR?
Puzzel bladzijde 215 boek maken


Slide 21 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet hoe je meningen, argumenten en conclusies in een tekst kunt herkennen.
Je weet hoe je een overtuigende tekst moet schrijven.
Je weet hoe je je mening moet geven en hoe je moet reageren op de mening van een ander.
Je weet hoe je je tekst moet indelen in inleiding, middenstuk en slot. 
Je weet hoe je het doel van een tekst en de bedoeling van de schrijver moet benoemen.
Je kan de hoofdgedachte herkennen en relateren aan de tekstsoort. 

Slide 22 - Sleepvraag