TV 5.1 - Stijlfiguren

Nederlands
in havo 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
in havo 3

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Even voorstellen
Linette Blankert
Mentor HA3A, Docent Nederlands HA3A en HA3B en Trajectbegeleider
Contact: nik@isw.info
Werkdagen: ma, di, do en vr
Zoek de vout….


Slide 3 - Tekstslide

Daarom is Nederlands belangrijk...

Slide 4 - Tekstslide

Afspraken
- telefoon in de telefoonzak;
- vanaf 31 augustus heb je iedere les een leesboek bij je;
- één les in de week lezen we minstens 15 minuten;
- maak iedere les aantekeningen en werk netjes in je schrift;
- m.b.t taal- en schrijffouten: tot herfstvakantie waarschuwing, tot kerstvakantie notitie op toets en na de kerstvakantie aftrek bij toetsen.


Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- wat we onder stijlfiguren verstaan; 
- drie verschillende stijlfiguren te benoemen en te herkennen;
- kun je aan het eind van deze les stijlfiguren toepassen. 

Slide 6 - Tekstslide

Waar denken jullie
aan bij stijlfiguren?

Slide 7 - Woordweb

Stijlfiguren
Ieder kunstenaar heeft zijn eigen stijl.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stijlfiguren
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.

Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.

Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Herhalingen en opsommingen
Er zijn verschillende vormen van herhalingen die een 'vaste' stijlfiguur vormen:

- de repetitio: een bepaald woord wordt één of meerdere keren herhaald;
- de anafoor: hetzelfde woord of dezelfde woordgroep komt aan het begin van opeenvolgende zinsdelen voor;
- de tricolon: een opsomming die uit drie onderdelen bestaat;
- de climax: een soort opsomming, waarbij de onderdelen steeds 'groter' worden
- de anticlimax: een soort opsomming, waarbij de onderdelen steeds 'minder groot' worden.

Slide 12 - Tekstslide

Herhalingen

Slide 13 - Tekstslide

Opsommingen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Boek blz. 22
We maken opdracht 1, 2 (en 3)

Slide 16 - Tekstslide

Een muzikale onderbreking...
We luisteren nu naar het nummer 'Opzij' van Herman van Veen. Luister goed naar de tekst!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag
Beantwoord nu vraag 4 op pagina 23 en bespreek
je antwoord met je buurman of buurvrouw.

Slide 19 - Tekstslide