Welvaart en groei H2 paragraaf 3

Leerdoelen § 3: inkomensverschillen in een land
  1. Je kunt uitleggen waarom er verschillen in inkomens zijn tussen inkomenscategorieën.
  2. Je kunt uitleggen dat zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de productiefactoren bepalend is voor de welvaart van een land.
  3. je kunt uiteenzetten wat de arbeidsproductiviteit is en hoe deze samenhangt met productie en welvaart.
  4. Je kunt uitleggen door welke factoren de productiviteit in een land wordt bepaald.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 3: inkomensverschillen in een land
  1. Je kunt uitleggen waarom er verschillen in inkomens zijn tussen inkomenscategorieën.
  2. Je kunt uitleggen dat zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de productiefactoren bepalend is voor de welvaart van een land.
  3. je kunt uiteenzetten wat de arbeidsproductiviteit is en hoe deze samenhangt met productie en welvaart.
  4. Je kunt uitleggen door welke factoren de productiviteit in een land wordt bepaald.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Je primaire inkomen wordt bepaald door de kwaliteit en kwantiteit
van productiefactoren die je ter beschikking hebt.




Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Je primaire inkomen wordt bepaald door de kwaliteit en kwantiteit
van productiefactoren die je ter beschikking hebt.




Toegerekend loon van zelfstandigen:
Het gemiddelde loon voor een zelfstandige, zoals door het CBS berekend wordt.

Naast loon voor werknemers als beloning voor hun arbeid hebben zelfstandigen ook een soort loon voor hun arbeid. Het is het lastig te bepalen welk deel van het zelfstandigeninkomen loon is en welk deel winst.
Daarvoor geldt het begrip ‘toegerekend loon van zelfstandigen’.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
De categoriale inkomensverdeling laat de verhouding tussen
de primaire inkomens zien.

Categoriale inkomensverdeling:
Hoe de verdeling is over de verschillende beloningen voor de productiefactoren.

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
kennis/scholing

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Menselijk kapitaal:
Het opleiding- en ervaringsniveau van de productiefactor arbeid.


menselijk kapitaal
kennis/scholing
Kennis en scholing vergroten de kwaliteit van de productiefactor arbeid.

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Menselijk kapitaal:
Het opleiding- en ervaringsniveau van de productiefactor arbeid.


menselijk kapitaal
kennis/scholing
kwaliteit van de
productiefactoren
Kennis en scholing vergroten de kwaliteit van de productiefactor arbeid.

Goed opgeleide arbeiders maken efficiënter gebruik van de overige productiefactoren

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Menselijk kapitaal:
Het opleiding- en ervaringsniveau van de productiefactor arbeid.


menselijk kapitaal
kwantiteit van de
productiefactoren
kennis/scholing
productieniveau
kwaliteit van de
productiefactoren
Kennis en scholing vergroten de kwaliteit van de productiefactor arbeid.

Goed opgeleide arbeiders maken efficiënter gebruik van de overige productiefactoren

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Menselijk kapitaal:
Het opleiding- en ervaringsniveau van de productiefactor arbeid.


menselijk kapitaal
kwantiteit van de
productiefactoren
kennis/scholing
welvaart

productieniveau
kwaliteit van de
productiefactoren
Kennis en scholing vergroten de kwaliteit van de productiefactor arbeid.

Goed opgeleide arbeiders maken efficiënter gebruik van de overige productiefactoren

Een hoger productieniveau + inkomen verhoogt de welvaart in enge zin

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



arbeidsproductiviteit

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



   lonen
arbeidsproductiviteit

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



   lonen
  verkoopprijs
arbeidsproductiviteit

of

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



  winstmarge
   lonen
  verkoopprijs
arbeidsproductiviteit

of
of

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoge kwaliteit van productiefactoren zorgt voor een hoge 
arbeidsproductiviteit.

Arbeidsproductiviteit:
De hoeveelheid producten of diensten die iemand per tijdseenheid kan produceren.



  winstmarge
   lonen
  verkoopprijs
arbeidsproductiviteit

of
of
Concurrentiepositie van het bedrijf of land stijgt.

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?
1. Door onderzoek en ontwikkeling (research & development)
    dat leidt tot innovatie.

Onderzoek en ontwikkeling:
Ligt aan de basis van innovatie.

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?
1. Door onderzoek en ontwikkeling (research & development)
    dat leidt tot innovatie.
2. Door goed onderwijs waardoor mensen kennis en 
    vaardigheden ontwikkelen (menselijk kapitaal).


Innovatie:
Succesvol ontwikkelen en introduceren van nieuwe producten en productieprocessen.


Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?
1. Door onderzoek en ontwikkeling (research & development)
    dat leidt tot innovatie.
2. Door goed onderwijs waardoor mensen kennis en 
    vaardigheden ontwikkelen (menselijk kapitaal).
3. Openheid van buitenlandse handel waardoor de concurrentie
    wordt gestimuleerd.


Openheid van buitenlandse handel:
Concurrentie zorgt weer voor innovatie en verbetering.



Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?
1. Door onderzoek en ontwikkeling (research & development)
    dat leidt tot innovatie.
2. Door goed onderwijs waardoor mensen kennis en 
    vaardigheden ontwikkelen (menselijk kapitaal).
3. Openheid van buitenlandse handel waardoor de concurrentie
    wordt gestimuleerd.
4. Goed functionerende instituties. Instituties zijn door mensen bedachte regels die hun 
    gedrag bepalen. Op economisch, sociaal en politiek gebied.


Instituties belangrijk voor de productiviteit:
Goed functionerende overheid en politiek, regels voor het mededingingsbeleid en goed functionerende rechtsstaat.





Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       Inkomensverschillen in een land.
Hoe kan je de productiviteit van de productiefactoren verhogen?
1. Door onderzoek en ontwikkeling (research & development)
    dat leidt tot innovatie.
2. Door goed onderwijs waardoor mensen kennis en 
    vaardigheden ontwikkelen (menselijk kapitaal).
3. Openheid van buitenlandse handel waardoor de concurrentie
    wordt gestimuleerd.
4. Goed functionerende instituties. Instituties zijn door mensen bedachte regels die hun 
    gedrag bepalen. Op economisch, sociaal en politiek gebied.
5. Algemeen: een goede infrastructuur, een goed milieu, een goede geografische ligging en
    politieke stabiliteit kunnen de productiviteit verhogen.


Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 1 tot en met 4 op pagina 85.

Slide 22 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.