Les 9 2M2 schooljaar 2024/25 (kw 40)

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hallo Klasse 2M2

Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
Respect voor elkaar .
 Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil!!!!!!!!!
Hand opsteken als je iets wilt vragen. 
Altijd boeken en schrift mee!
Geen laptop (tenzij nodig voor de les)
Actieve werkhouding in de les. 
Algemene schoolregels

Slide 3 - Tekstslide

Das Programm
Wiederholung
Bingo
Wer, wie, was?
der/die/ das
ein/ kein
(Fe) E-ST-T-EN-T-EN

Slide 4 - Tekstslide

Bingo??

Slide 5 - Tekstslide

Fragewörter

Slide 6 - Tekstslide

9. Fragewörter
2. .......................... alt bist du? Ich bin zwölf Jahre alt.
A
Wer
B
Wann
C
Wo
D
Wie

Slide 7 - Quizvraag

9. Fragewörter
3. .......................... isst (eet) du am liebsten? Ich esse gern Nudeln.
A
Wer
B
Was
C
Wo
D
Wie

Slide 8 - Quizvraag

9. Fragewörter
6. .......................... fahrt ihr in den Ferien?
Wir fahren nach Italien
A
Wann
B
Woher
C
Wohin
D
Warum / Weshalb

Slide 9 - Quizvraag

Fragewörter
.......................... schaut (kijkt) da um die Ecke? Das ist meine Mutter.
A
Wer
B
Wann
C
Wo
D
Wie

Slide 10 - Quizvraag

Fragewörter
......................... wohnst du? Ich wohne in Deutschland.
A
Wohin
B
Woher
C
Wo
D
Wie

Slide 11 - Quizvraag

bestimmter Artikel und unbestimmter Artikel

Slide 12 - Tekstslide

Artikel (lidwoorden):
Katze
A
der
B
die
C
das
D
die (meervoud)

Slide 13 - Quizvraag

Artikel (lidwoorden):
Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Artikel (lidwoorden):
Cousin
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Artikel (lidwoorden):
Eltern
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet / wat is
"Artikel"
in het Nederlands
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quizvraag

Artikel (lidwoorden):
Schweiz
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

Artikel (lidwoorden):
Name
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Welcher Artikel gehört:
"Hobby"
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaalde lidwoord:

der Lehrer
A
ein Lehrer
B
eine Lehrer

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaalde lidwoord:

der Löffel
A
kein Löffel
B
keine Löffel

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Der Vogel
A
ein
B
eine

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaalde lidwoord:

die Eltern
A
kein Eltern
B
keine Eltern

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
die Suppe
A
ein
B
eine

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
der Bruder
A
ein
B
eine

Slide 26 - Quizvraag

Welk onbepaald lidwoord?
... Häuschen
A
ein
B
eine

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
die Kuh
A
ein
B
eine

Slide 28 - Quizvraag

Feesttenten-regel
spielen
ich
spiel e
du
spiel st
er/sie/es
spiel t
wir
spiel en
ihr
spiel t
Sie/sie
spiel en

Slide 29 - Tekstslide

Regel: feesttenten 

Slide 30 - Tekstslide

De "ESTTENTEN"-regel gebruik je bij
A
de verleden tijd
B
de tegenwoordige tijd
C
de toekomstige tijd
D
de voltooide tijd

Slide 31 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden:
Ich _____ viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 32 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.
A
leben
B
lebst
C
lebe
D
lebt

Slide 33 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden:
du_____ viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 34 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden:
Ich _____ gerne.
A
back
B
backe
C
backst

Slide 35 - Quizvraag

Herhaling van het zwakke werkwoord

Er (feiern)
A
feierne
B
feiernt
C
feier
D
feiert

Slide 36 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Berlin.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst
D
wohnen

Slide 37 - Quizvraag

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

machen:
Woorden & Grammatica leren!!
 Kapitel 1









Slide 38 - Tekstslide

Ausblick zur nächsten Stunde

  • Kapitel 2- Sylt
  • Toetsvoorbereiding



Slide 39 - Tekstslide

Fragen? fragen!

Slide 40 - Tekstslide

Tschüss, bis zum nächsten Mal!

Slide 41 - Tekstslide