Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HV1 Grammatica 10/11/12/17/18/19
Grammatica:
Zinsdelen
WWG
OND
LV
Zelfstandig Naamwoord
Bijvoeglijk Naamwoord
Voorzetsels
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica:
Zinsdelen
WWG
OND
LV
Zelfstandig Naamwoord
Bijvoeglijk Naamwoord
Voorzetsels
Slide 1 - Tekstslide
WWG:
De scheidsrechter/ gaf/ de verdediger/ tijdens de wedstrijd/ een rode kaart
A
De scheidsrechter
B
gaf
C
de verdediger
D
een rode kaart
Slide 2 - Quizvraag
OND:
De scheidsrechter/ gaf/ de verdediger/ tijdens de wedstrijd/ een rode kaart
A
De scheidsrechter
B
gaf
C
de verdediger
D
een rode kaart
Slide 3 - Quizvraag
LV:
De scheidsrechter/ gaf/ de verdediger/ tijdens de wedstrijd/ een rode kaart
A
De scheidsrechter
B
gaf
C
de verdediger
D
een rode kaart
Slide 4 - Quizvraag
WWG:
Kom/ je / Sabine / om acht uur / halen?
A
Kom halen
B
je
C
Sabine
D
om acht uur
Slide 5 - Quizvraag
OND:
Kom/ je / Sabine / om acht uur / halen?
A
Kom halen
B
je
C
Sabine
D
om acht uur
Slide 6 - Quizvraag
LV:
Kom/ je / Sabine / om acht uur / halen?
A
Kom halen
B
je
C
Sabine
D
om acht uur
Slide 7 - Quizvraag
WWG
Het echtpaar / heeft / vandaag / de overvallers / in de rechtbank / gezien.
A
Het echtpaar
B
heeft gezien
C
de overvallers
D
in de rechtzaak
Slide 8 - Quizvraag
OND
Het echtpaar / heeft / vandaag / de overvallers / in de rechtbank / gezien.
A
Het echtpaar
B
heeft gezien
C
de overvallers
D
in de rechtzaak
Slide 9 - Quizvraag
LV:
Het echtpaar / heeft / vandaag / de overvallers / in de rechtbank / gezien.
A
Het echtpaar
B
heeft gezien
C
de overvallers
D
in de rechtzaak
Slide 10 - Quizvraag
WWG:
Zal/Patrick/zijn boodschappen/op het memobord/ schrijven
A
zal schrijven
B
patrick
C
zijn boodschappen
D
op het memobord
Slide 11 - Quizvraag
OND:
Zal/Patrick/zijn boodschappen/op het memobord/ schrijven
A
zal schrijven
B
patrick
C
zijn boodschappen
D
op het memobord
Slide 12 - Quizvraag
LV
Zal/Patrick/zijn boodschappen/op het memobord/ schrijven
A
zal schrijven
B
patrick
C
zijn boodschappen
D
op het memobord
Slide 13 - Quizvraag
WWG:
Vegen/de rotzooimakers/ de rommel/ netjes/ op?
A
Vegen op
B
de rotzooimakers
C
de rommel
D
netjes
Slide 14 - Quizvraag
OND:
Vegen/de rotzooimakers/ de rommel/ netjes/ op?
A
Vegen op
B
de rotzooimakers
C
de rommel
D
netjes
Slide 15 - Quizvraag
LV:
Vegen/de rotzooimakers/ de rommel/ netjes/ op?
A
Vegen op
B
de rotzooimakers
C
de rommel
D
netjes
Slide 16 - Quizvraag
WWG:
Tijdens de presentatie/schrijven/de aanwezigen/ de hoofdzaken/ op.
A
Tijdens de presentatie
B
schrijven op
C
de aanwezigen
D
de hoofdzaken
Slide 17 - Quizvraag
OND:
Tijdens de presentatie/schrijven/de aanwezigen/ de hoofdzaken/ op.
A
Tijdens de presentatie
B
schrijven op
C
de aanwezigen
D
de hoofdzaken
Slide 18 - Quizvraag
LV:
Tijdens de presentatie/schrijven/de aanwezigen/ de hoofdzaken/ op.
A
Tijdens de presentatie
B
schrijven op
C
de aanwezigen
D
de hoofdzaken
Slide 19 - Quizvraag
LV?
Jayde heeft gisteren vanwege een lekke band tien kilometer gelopen.
Slide 20 - Open vraag
LV?
Geef je haar je mobiele telefoon?
Slide 21 - Open vraag
LV?
De molenaar weegt voor mij het meel af.
Slide 22 - Open vraag
LV?
In het nieuwe boek van Simone van der Vlugt staan veel enge passages.
Slide 23 - Open vraag
LV?
Plotseling brak het theeglas in twee delen:
Slide 24 - Open vraag
LV?
Roy drinkt elke dag een fles energydrink leeg
Slide 25 - Open vraag
Hebben jullie vandaag al aan je werkstuk gewerkt?
Slide 26 - Open vraag
LV:
Gelukkig heb ik het affiche voor de filmavond af
Slide 27 - Open vraag
LV:
Julia wachtte voor niets twee uur op Damian:
Slide 28 - Open vraag
LV?
De scheidsrechter gaf de handballer een time-out van twee minuten
Slide 29 - Open vraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
De fietsenmaker repareert de fiets
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 30 - Quizvraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze vraag:
De handige fietsenmaker repareert de kapotte fiets.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 31 - Quizvraag
Waarom heeft de schrijver van de zinnen de woorden handige en kapotte toegevoegd?
Slide 32 - Open vraag
Zijn handige en kapotte zelfstandig naamwoorden? Waarom wel of waarom niet?
Slide 33 - Open vraag
Opdracht
Maak opdracht 17 (blz 122)
Opdracht 18 (blz 123)
Opdracht 19 (blz 123)
Slide 34 - Tekstslide
Voorzetsels:
Staan in zinsdelen waarbij je een vraag kunt stellen als waarin- waaronder- waarmee- waardoor.
Na/van/met/tegen/achter/in/naast/langs
..... de kamer/ ...... het feest/ ..... het bureau
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica Zinsdelen Blok 3 1HV SSM
December 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2KB B3 grammatica
Oktober 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Grammatica V2H -les 1 - herhaling
April 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - blok 3 - les 1 - ond - wwg - lv
December 2020
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica - blok 3 - les 1 - ond - wwg - lv
September 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
5- Grammatica: MEEWERKEND VOORWERP
Mei 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica les 6: Meewerkend voorwerp
April 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Di 19 sept Pv wwg en ond
September 2023
- Les met
19 slides