Spelling - blok 3 (V2)
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Goed of fout?
Hij heeft niet verteld dat hij die brief beantwoord heeft.
Hij heeft niet verteld dat hij die brief beantwoord heeft.
A
goed
B
fout
Slide 2 - Quizvraag
Goed of fout?
Het gebeurd vaker dat zij hem verloochent.
Het gebeurd vaker dat zij hem verloochent.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Wat is/zijn de persoonsvorm(en) in deze zin?
Het kan niet zo zijn dat we worden overgeslagen!
Het kan niet zo zijn dat we worden overgeslagen!
Slide 4 - Open vraag
Wat is/zijn de persoonsvorm(en) in deze zin?
Het heeft al de hele dag geregend en nu gaat het ook nog waaien!
Het heeft al de hele dag geregend en nu gaat het ook nog waaien!
Slide 5 - Open vraag
1e persoon ev
2e persoon ev
1e persoon mv
richten
klappertandt
word
vindt
omhels
Slide 6 - Sleepvraag
Vervoeg de twee Engelse werkwoorden op de juiste manier:
Hij ....... (timen) en Jij ....... (stressen)
Hij ....... (timen) en Jij ....... (stressen)
