H4 1.4 8-9-2022

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom :)

Actie: op teams staat een link naar lessonup, iedereen onderdeel worden van de klas :)

Vorige keer:

lesdoelen 1.3

werken met eenheden & BINAS.

een auto rijdt 80 mph. wat is de snelheid in km/u?

1. 128,7 km/u
2. 80 km/u
3. 49,7 km/u
4. 22,2 km/u

Vandaag:

lesdoelen 1.4

Afronden & significantie!

Vandaag:

• Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
• Checkvragen maken
• Opdrachten maken. 

Waarom significantie?

--> set regels voor afronden

Theorie 1.4

• Als je een meting doet, is er (bijna) altijd sprake van een meetonzekerheid.  

meetwaarde noteren:

• significante cijfers wil zeggen: hoe precies is de meting?
• Bijvoorbeeld: 120 heeft 3 significante cijfers. 1,456 heeft 4 significante cijfers. en 0,12??
• voorbeeld van daarnet:

Significantie: regels

1. Het aantal significante cijfers is het aantal cijfers dat een meetwaarde heeft. (bijvoorbeeld: 1,234)
2. Nullen aan het begin tellen niet mee (bijvoorbeeld: 0,123)
3. Machten van 10 tellen ook niet mee 
   (bijvoorbeeld: 1,23 * 10 ^2)

Hoeveel significante cijfers:
1456 m

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel significantie cijfers:
0,2304

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel significante cijfers:
0,62 * 10^4

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Significantie: rekenregels

• Het doel: je wil weten hoe precies de uitkomst is van een berekening
• De minst nauwkeurige meetwaarde bepaalt de nauwkeurigheid van de uitkomst
• Optellen/aftrekken: antwoord heeft het kleinste aantal cijfers achter de komma
• Vermenigvuldigen: antwoord heeft evenveel significante cijfers als het kleinste aantal

3,4 + 0,72 =

1. 4,12
2. 4,1
3. 4,0
4. 4

3,0 + 0,08

1. 3
2. 3,0
3. 3,1
4. 3,08

Je wandelt 0,21 km in 133 s. Hoe groot is je gemiddelde snelheid?

1. 1,5789474 m/s
2. 1,579 m/s
3. 1,58 m/s
4. 1,6 m/s

(bonus)
10 x 10 =

1. 100
2. 1,0 * 10 ^2
3. 1,0 * 10 ^3

Opdracht

Maak: opdrachten 20, 21 op pagina 30

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Klaar? lees 1.5

Opdrachten bespreken

controle & afsluiting

Vooruitblik volgende les

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??