wk 1.8_Afrondingsregels

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DataMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 1.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
  1. Vragen over het huiswerk/hfd 4/5?
  2. Korte terugblik
  3. Significante cijfers (6.1)
  4. Omrekenen van eenheden (6.2)
  5. Decimalen (6.3)
  6. Huiswerk opgave

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eenheid hoort bij de basisgrootheid temperatuur?
timer
0:10

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke basisgrootheid hoort bij de eenheid kilogram?
timer
0:10

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bepaal de SI-eenheid van kracht (F) als geldt F = m x a
m = massa
a = versnelling
timer
0:10

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H6 Afrondingsregels

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Significantie
Doel 1 = om de significantie (nauwkeurigheid) te behouden als meetwaarden worden omgerekend
bv   0,0650 kg = 65,0 g

Doel 2 = om getallen kleiner te kunnen schrijven zonder dat er informatie (significantie) verloren gaat (=wetensch. notatie)
bv   0,00850 mg = 8,50 * 10-3 mg

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel significante cijfers?
1,456
timer
0:10
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel significante cijfers?
55000
timer
0:10
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel significante cijfers?
0,00650
timer
0:15
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel significante cijfers?
1,20 * 10^3
timer
0:15
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van eenheden
Doel 1 = om de significantie (nauwkeurigheid) te behouden als meetwaarden worden omgerekend
bv 0,0650 kg = 65,0 g

Het aantal significante cijfers mag niet veranderen bij omrekenen naar andere eenheid -> behoud nauwkeurigheid van de meting!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden

Slide 17 - Tekstslide

In het laatste vb ben je genoodzaakt om een wetenschappelijke notatie te gebruiken.
Doe je dat niet, dan verandert het aantal significantie cijfers en dus ook de nauwkeurigheid, wat niet zou moeten.
Reken om
0,345 kg = ... mg
Let op significantie!
timer
2:00

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om
0,0050 m^3 = .... mL
Let op significantie!
timer
2:00

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken om
23,5 * 10^3 ug = ... g
Let op significantie!
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Decimalen
Het aantal decimalen is het aantal cijfers achter de komma
** niet te verwarren met het aantal significantie cijfers! **

Slide 21 - Tekstslide

niet te verwarren met het aantal significantie cijfers!!!

Slide 22 - Tekstslide

Zie het laatste vb

Waarom is dat zo?
Noteer het aantal decimalen en het aantal significante cijfers:
12,924
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het aantal decimalen en het aantal significante cijfers van
0,080023
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het aantal decimalen en het aantal significante cijfers van
4,692 * 10^2
timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het aantal decimalen en het aantal significante cijfers van
-5,910 * 10^-3
timer
2:00

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 
vrijdag 23 okt 
Hoofdstuk 6:
Lezen P6.4
Alle opdrachten afmaken


Oefenen extra/digitale opgaven (cumlaude)



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies