De minimale benodigde voorraad en het niveau dat aangeeft dat een nieuwe bestelling moet worden geplaatst.
Slide 2 - Tekstslide
Bestelpunt
= bestelniveau
= minimale hoeveelheid voorraad, waarop je weer gaat bestellen
Je houdt natuurlijk MEER artikelen aan dan de minimumvoorraad om 'nee'-verkopen te voorkomen.
= veiligheidsvoorraad
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Bestelniveau
Het bestelniveau = levertijd x verkoop gedurende levertijd + veiligheidsvoorraad
Slide 5 - Tekstslide
Formule van Camp
De optimale bestelgrootte berekenen.
Optimale bestelgrootte -> totale kosten (voorraadkosten + bestelkosten) het laagst.
Slide 6 - Tekstslide
Formule van Camp
Hoe vaker een product besteld wordt, des te hoger zullen de bestelkosten zijn. Echter, wie vaker bestelt, hoeft ook minder voorraad aan te houden en heeft lagere voorraadkosten.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Kosten: directe en indirecte
Slide 9 - Tekstslide
Kostprijs
inkoopprijs
directe kosten
indirecte kosten+
kostprijs
Slide 10 - Tekstslide
Primitieve opslagmethode
Totale directe kosten = inkoopprijs + directe kosten
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn het?
- Voorraadkosten zijn kosten die te maken hebben met het houden van voorraden
- Rente, ruimte & risico
- Magazijnkosten zijn een onderdeel ruimte
Slide 13 - Tekstslide
Magazijnkosten
- Beheerskosten van het magazijn, zoals lonen en administratie