1. Krachten herkennen

1. Krachten herkennen
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Boek en pen voor je, iPad in de LessonUp.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Krachten herkennen
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Boek en pen voor je, iPad in de LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de basis?
1 Je kunt de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
  
2 Je kunt de massa omrekenen van de ene eenheid naar de andere eenheid.

3 Je kunt verschillende soorten krachten benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

De massa van een voorwerp is de hoeveelheid stof waaruit dat voorwerp bestaat.

Het is afhankelijk van hoe groot dat voorwerp is, en wat de dichtheid van de stof is.

Slide 3 - Tekstslide

Een voetballer trapt tegen een bal. Welke kracht oefent hij uit op de bal?
A
Magnetische kracht
B
Spierkracht
C
Veerkracht
D
Zwaartekracht

Slide 4 - Quizvraag

Een ober laat een bord uit z'n handen vallen. Welke kracht oefent de aarde uit op het bord?
A
Magnetische kracht
B
Spierkracht
C
Veerkracht
D
Zwaartekracht

Slide 5 - Quizvraag

Dit gaan we leren:
1. Wat een kracht is

2. Waaraan je kan zien dat ergens een kracht werkt/heeft gewerkt

3. Benoemen van de verschillende krachten die ergens op werken

4. Het tekenen van krachten als een pijl in een afbeelding

Slide 6 - Tekstslide

De aarde oefent zwaartekracht uit op voorwerpen.

Een kracht duwt of trekt aan iets, en kan zo iets verplaatsen, afremmen, vervormen enz. Krachten meten we in Newton (N) (die van de appel).
De letter voor de grootheid is F.

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

Waaraan zie je dat er een
kracht heeft gewerkt op de fust?

Slide 9 - Tekstslide

00:59
Welke kracht(en) werkt/werken op dit moment op de fust bier?
A
Spankracht
B
Zwaartekracht
C
Zwaartekracht en spankracht
D
Zwaartekracht en spierkracht

Slide 10 - Quizvraag

Welke krachten werken op deze mevrouw en de schommel?

Slide 11 - Tekstslide

Examensyllabus: de krachten die je moet (her)kennen.

Slide 12 - Tekstslide

De zwaartekracht trekt de vrouw richting de aarde.

De spankracht in het touw zorgt ervoor dat de schommel blijft hangen, en niet naar de grond valt.

De spierkracht van de man maakt dat ze vooruit beweegt.
Andere krachten zijn veerkracht (als iets veerkrachtigs uitrekt of indrukt), en magnetische kracht (tussen de polen van magneten).

Slide 13 - Tekstslide

Het begin van de pijl geeft aan waar de kracht wordt uitgeoefend - het aangrijpingspunt.

Zwaartekracht grijpt in het midden aan, in het zwaartepunt.

De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak drie foto's waarop krachten worden uitgeoefend. Wees creatief.

Teken in de foto met pijlen welke krachten er werken. Let bij de pijlen op:
- Het aangrijpingspunt (waar werkt de kracht)
- De richting van de pijl (welke kant werkt de kracht op)
- De lengte van de pijl (hoe groot is de kracht)

Lever in via de opdracht in Teams. Maak daarna paragraaf 3.1, opdr. 1 t/m 5.

Slide 15 - Tekstslide