Voorbeeld; vorming van CO2
Deze vorm wordt in een structuurformule dan ook als volgt getekend: O = C = O
Dus IEDER ELEKTRONENPAAR (een combi van 2 elektronen) wordt getekend als ÉÉN STREEP.
Tussen het C-atoom en het O-atoom zitten nu 2 elektronenparen (4 elektronen) dus je moet TWEE STREEPJES zetten tussen de atomen.
We noemen dat in de scheikunde een DUBBELE BINDING.
Maak opgaven 29 en 31 om hiermee te oefenen.
Je zou nu leerdoel 11 en 15 moeten beheersen.