16. 6 nov: leesboek en framing 2

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4D

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, leesboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4D

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, leesboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • PTO lesstof
  • Leesboek De wandelaar
  • Framing deel 2
  • Huiswerk bespreken
Vandaag woensdag 6 november:

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
26 Recensie

Taal
9 Framing

Literatuur
Literair werk lezen
1 De kunst van lezen en schrijven
2 Fictie en werkelijkheid
3 Literaire genres
In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Leesboek De wandelaar

Uitwisseling: door te praten, kun je de betekenis die je zelf hebt, verbreden, verdiepen of je kan op heel andere ideeën gebracht worden.

Slide 4 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Verteltijd = de tijd die je nodig hebt om het verhaal te vertellen
Vertelde tijd = de tijd die verstrijkt in het verhaal

Lees pg 120 - 123
ISK-versie: Lees pg 79 onder - 83

  • Leg uit wat de verteltijd en de vertelde tijd zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. Beschrijf de reis van:
  • meneer Ngolo (pg 120 en verder)
  • de hond 
  • meneer Mulder? 

2. Beschrijf wie Fanta is. 


timer
6:00

Slide 6 - Tekstslide

Framing (taal H9)

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet wat framing is en op welke manieren je frames kunt creëren.
  2. Ik kan bij een gegeven voorbeeld (tekst of afbeelding) uitleggen wat het frame is en waarom.
  3. Ik kan zelf een frame bedenken. 


Slide 8 - Tekstslide

Wat is framing?
‘Taalgebruik dat iemands interpretatie een bepaalde richting opstuurt.’

Het gebruikmaken van woorden waarmee je positieve of negatieve associaties kunt oproepen bij je luisteraar.

Slide 9 - Tekstslide

Framing: een geheimzinnige taaltruc?
  •  Taal en beelden worden gebruikt om emoties en wereldbeelden op te roepen.  
  •  Het gaat om beïnvloeden en zelfs misleiden. Dus om het publiek eenvoudig te overtuigen van een boodschap.
  •  Een goed frame (beeld) bevat een compleet verhaal dat met enkele woorden geactiveerd wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden framing:

NS: 
  • sprinter i.p.v. stoptrein
  • extra reistijd i.p.v. vertraging

Funda: 
  • knus i.p.v. klein 
  • authentiek i.p.v. kapot 

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen!

Slide 12 - Tekstslide

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Hij huilde een zwembad vol tranen.
A
eufemisme
B
neologisme
C
vals dilemma
D
hyperbool

Slide 13 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Mijn hondje is gisteren ingeslapen.
A
neologisme
B
eufemisme
C
vals dilemma
D
hyperbool

Slide 14 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

De kinderen van curlingouders zijn minder goed voorbereid op de arbeidsmarkt.
A
eufemisme
B
neologisme
C
vals dilemma
D
vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Het duurde tien jaar voordat je me eindelijk eens terugbelde.
A
eufemisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Voed je kinderen strengt op, dan worden ze gefrustreerde kinderen. Voed je ze in vrijheid op, dan worden het brutale kinderen.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
eufemisme
D
vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Deze klas lijkt wel een dierentuin.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 18 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Er hangen onaangename geurtjes in de kleedkamer.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
eufemisme
D
vergelijking

Slide 19 - Quizvraag

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

De leden van de havermelkelite zijn milieubewust bezig.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken opdracht 1 t/m 4, 7 en 9

Slide 21 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. Je maakt bewust een selectie van de werkelijkheid en presenteert die op een bepaalde manier aan je volgers. Je kiest welke delen van de sportdag je vastlegt (de medaille), en welke je buiten beeld houdt (je blauwe plekken en zweetsokken bijvoorbeeld).

Slide 22 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • 2 a Een eufemisme is een stijlfiguur waarmee iets onaangenaams of aanstootgevends vriendelijker wordt voorgesteld dan het is.
  • b Bijvoorbeeld: 
  • seks: de koffer induiken, de liefde bedrijven, met elkaar naar bed gaan, samen slapen, wippen, een nummertje doen
  • dood: heengaan, de laatste adem uitblazen, inslapen, de ogen sluiten
  • c Bijvoorbeeld: Ik zou in de klas wel ‘de liefde bedrijven’ durven zeggen, omdat dat romantisch klinkt. ‘Wippen’ zou ik niet gebruiken, want dat klinkt toch een beetje raar. 

Slide 23 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • 3 Door het stellen van een dilemma – een keuze tussen twee opties – wek je de indruk dat er geen derde optie mogelijk is. Bij de uitspraak van Bush klopt dat niet: je kunt prima tegen terrorisme zijn en het toch ook niet eens zijn met het beleid van Bush. Het is dus niet echt een dilemma, maar een vals dilemma

Slide 24 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • 4 a Wilders maakt in het voorbeeld gebruik van een vergelijking.
  • b Door de vergelijking gaat de lezer/luisteraar het kabinet associëren met een oude krakende auto. Het frame wekt dus een negatief beeld van het kabinet op: het kabinet werkt niet, het staat stil.

Slide 25 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
7 Het resultaat is een bewijs voor het feit dat frames gedachtestructuren in de hersenen blijvend kunnen veranderen en nieuwe structuren kunnen creëren.

Slide 26 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • 9 a Pro-life wekt de indruk dat mensen die voor abortus zijn, ‘tegen het leven’ zijn. Het roept een negatief beeld op waar niemand mee geassocieerd wil worden.

  • b Pro-choice wekt de indruk dat mensen die tegen abortus zijn, tegen de vrijheid zijn om zelf te kiezen wat ze doen in hun leven. Dit is een negatief frame, zeker in Amerika waar vrijheid hoog in het vaandel staat, zeker bij Republikeinen. Met pro-choice gaan Democraten niet mee in het frame van Republikeinen, maar hebben ze er een effectief frame tegenover gezet. 

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Framing
  • vergelijking 
  • hyperbool
  • eufemisme 
  • neologisme 
  • vals dilemma


Slide 28 - Tekstslide

Lees verder in je leesboek
Of: 
Ga aan de slag met opdracht 6 en 8 (pg 24).

Slide 29 - Tekstslide