In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
Biologie
Slide 2 - Woordweb
Biologie
Biologie isde leer van het leven.
Biologie = het begrip
De leer van het leven = de definitie
Het woord ‘biologie’ is samengesteld uit de Griekse woorden bios en logos. Deze woorden staan voor: ‘leven’ en ‘wetenschap’ of ‘de leer van’.
Slide 3 - Tekstslide
Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET
Slide 4 - Sleepvraag
Organisatieniveaus
Misschien vind je dit lastig voor de stellen.
Daarom oefenen we met:
- Verrekijkers(organisme, populatie, ecosysteem)
- Blote oog (organisme, orgaanstelsel, orgaan)
- Microscoop (weefsel, cel)
Slide 5 - Tekstslide
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 6 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 7 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 8 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 9 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 10 - Quizvraag
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 11 - Quizvraag
Geef de definitie van een organisme
Slide 12 - Open vraag
Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel
Slide 13 - Sleepvraag
Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water
Slide 14 - Sleepvraag
Biotisch
Abiotisch
soortgenoten
water
nestgelegenheid
grondsoort
Slide 15 - Sleepvraag
voorbeelden van organisatieniveaus Sleepvraag
Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel
Organel
Slide 16 - Sleepvraag
Tijdens diepe slaap worden eiwitten in zenuwcellen aangemaakt. Welk organel zorgt of welke organellen zorgen voor transport van deze eiwitten in een zenuwcel?
A
De ribosomen
B
De mitochondriën
C
Het endoplasmatisch reticulum
D
De chromosomen
Slide 17 - Quizvraag
Eukaryoot
Prokaryoot
Archaea
Bacteriën
Planten
Schimmels
Dieren
Slide 18 - Sleepvraag
Als je een hond uitlaat, dan gaat hij op zoek naar de geur van andere honden. Als de hond die geur geroken heeft, dan plast hij ook op die plek. Welke twee levenskenmerken horen hierbij?
A
Groeien en waarnemen
B
Uitscheiden en voortplanten
C
Uitscheiden en waarnemen
D
Voortplanten en groeien
Slide 19 - Quizvraag
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?