Grammaire Ch. 1 GL 2Vt

Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord:

J'habite à Alkmaar dans une maison blanche.
A
habite
B
maison
C
Alkmaar
D
blanche
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord:

J'habite à Alkmaar dans une maison blanche.
A
habite
B
maison
C
Alkmaar
D
blanche

Slide 1 - Quizvraag

waarom zijn er in het Frans 4 vormen van het bijvoeglijk naamwoord?
(regelmatig)

Slide 2 - Open vraag

bijvoeglijk naamwoord:
welke letters komen erbij bij
vrouwelijk en meervoud?

Slide 3 - Open vraag

La glace est........

A
bon
B
bonnes
C
bonne
D
bons

Slide 4 - Quizvraag

la ….. fille
A
petite
B
petits
C
petites
D
petit

Slide 5 - Quizvraag

bijvoeglijk naamwoord:
welke letters komen erbij bij
in mannelijk enkelvoud en meervoud?

Slide 6 - Open vraag

blauw
Le jean est...........

Slide 7 - Open vraag

Obélix est ...........
A
grosse
B
grosses
C
gros

Slide 8 - Quizvraag

onregelmatige vormen:
welke vorm is niet juist ?
A
amoureuxe
B
belle
C
italiennes
D
grands

Slide 9 - Quizvraag

welk hulpwerkwoord is nodig bij de passé composé?

Slide 10 - Open vraag

Zet in de passé composé:
Nous achetons un vêtement.

A
nous sommes acheter
B
nous avez acheté
C
nous avons acheté
D
nous avons acheter

Slide 11 - Quizvraag

elle a eu un chien
A
zij heeft een hond gezien
B
jij hebt een hond gehad
C
zij wil een hond hebben
D
zij heeft een hond gehad

Slide 12 - Quizvraag

wat betekent : il a été

Slide 13 - Open vraag

schrijf op in het Frans:


Ik wil
ik heb gewild

Slide 14 - Open vraag

waar heb je nog
hulp bij nodig?

Slide 15 - Woordweb