Communicatie - Argumentatieleer - les 5

Communicatie - Argumentatieleer les 5
Argumentatiestructuren en verzwegen argumenten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie - Argumentatieleer les 5
Argumentatiestructuren en verzwegen argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Lessenserie Argumentatieleer
Les 1: Beïnvloeden - begrippen: argument, ethische, onethische overtuigingsmiddelen en retorica en de zes principes van beïnvloeding.
Les 2: Standpunt, betoog/redenering, tegenargument en weerlegging
Les 3: Meningsverschillen oplossen of beslechten en het verschil tussen feitelijke en niet feitelijke argumenten.
Les 4: Argumentatiestructuren, feiten, niet-feiten en aanvaardbaarheid
Les 5: Argumentatiestructuren
Les 6: Verzwegen argumenten, als..dan.., en argumentatie beoordelen
Les 7: Argumentatieschema's 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Vorige les heb je geleerd:
Wat het verschil is tussen feitelijke en niet feitelijke argumentatieve uitspraken
Kan je feitelijke en niet feitelijk uitspraken herkennen
Ken je het begrip aanvaardbaarheid en kan je een argument op aanvaardbaarheid beoordelen.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Leer je welke argumentatiestructuren er zijn
Leer je een argumentatiestructuur in een betoog te herkennen


Slide 4 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Onverkwikkelijk = Als iets zorgt dat je je ongemakkelijk voelt
Privatiseren = Overhevelen van overheidstaken naar de particuliere sector
Volharden =  standvastig of koppig volhouden wat je begonnen bent

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij de beoordeling van argumentaties speelt het begrip aanvaardbaarheid een grote rol. Leg het begrip in je eigen woorden uit.

Slide 7 - Open vraag

Leg uit waarom waarderende argumenten vaak meer ondersteuning nodig hebben dan feitelijke argumenten

Slide 8 - Open vraag

Argumentatiestructuren
Argumentaties zijn opgebouwd volgens een van de drie structuren:
Enkelvoudig
Nevenschikkend
Onderschikkend

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie
  • Je spreekt van enkelvoudige argumentatie indien een mening ondersteund wordt met een argument.

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoord reden: namelijk

Slide 12 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Bij nevenschikkende argumentatie wordt een mening ondersteund met verschillende argumenten. 

Slide 13 - Tekstslide

signaalwoorden argumenten: namelijk, bovendien

Slide 14 - Tekstslide

Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
Wanneer verschillende argumenten los van elkaar de mening ondersteunen, spreek je van onafhankelijke nevenschikkende argumentatie. 

Slide 15 - Tekstslide

 In een nevenschikkende argumentatie ondersteunen de verschillende argumenten het standpunt los van elkaar. Je kunt ze ook in een enkelvoudige argumentatie gebruiken. 

In het voorbeeld hierboven is sprake van onafhankelijke argumentatie: elk argument is ook bruikbaar in een enkelvoudige argumentatie. 


Slide 16 - Tekstslide

Afhankelijke nevenschikkende argumentatie
Meerdere argumenten kunnen ook met elkaar samenhangen en als het ware als een groter argument functioneren.
Je kunt deze argumenten niet los van elkaar zien. Daarom spreken we hier van afhankelijke nevenschikkende argumenten.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Afhankelijke nevenschikking
 In een nevenschikkende argumentatie versterken de verschillende argumenten elkaar. De argumenten zijn niet los van elkaar te gebruiken, of de argumentatie is veel minder sterk als ze los van elkaar gebruikt worden. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een argument wordt opnieuw ondersteund met een ander argument. 
Op die wijze ontstaat een keten van argumenten. 
De andere argumenten bewijzen dat het eerste argument klopt. 

Slide 21 - Tekstslide

Signaalwoorden: want, namelijk

Slide 22 - Tekstslide

Combinatie argumentatiestructuren
In een uitgebreide redenering kan natuurlijk ook sprake zijn van een combinatie van deze argumentatiestructuren. 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Hoe ziet de argumentatiestructuur van de volgende redenering eruit? 
Natuurgebieden mogen in ons land niet opgeofferd worden aan de tomeloze energiebehoeften. Het zijn tenslotte schaarse goederen. Een gebied als de Waddenzee is uniek in heel Europa: nergens vinden zoveel watervogels een rustige broedplaats. Bovendien hebben we meer dan genoeg aan het gas van Slochteren.  --> Je krijgt de tekst van je docent.

Stap 1: Lees de tekst 
Stap 2: Zoek het standpunt
Stap 3: Omcirkel de signaalwoorden in de tekst en onderstreep de argumenten
Stap 4: Teken het blokjesschema (argumentatiestructuur uit) Tip: mv structuur met onderschikking 

Slide 24 - Tekstslide

Signaalwoorden: tenslotte, bovendien

Slide 25 - Tekstslide

Oefenen
Ga naar de online omgeving van Kern en maak van H20 Argumentatiestructuren de Drillsteroefening D1

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Je hebt geleerd welke argumentatiestructuren er zijn
Je kunt de argumentatiestructuur in een redenering herkennen

Slide 27 - Tekstslide

Hebben jullie de leerdoelen van deze les gehaald?
Ja
deels
Nee

Slide 28 - Poll

Huiswerk
Kern theorieboek lezen pagina 104
Maken Kern oefenboek opdr 5 en 6

Volgende les: Verzwegen argumenten

Slide 29 - Tekstslide