Breuken vermenigvuldigen en delen

Breuken 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Breuken 

Slide 1 - Tekstslide


Hoe noemen we dit deel
van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 2 - Quizvraag


Hoe noemen we dit deel
van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 3 - Quizvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Het vereenvoudigen van de breuk. 
Teller + of - teller.
Noemers gelijknamig aan elkaar maken.
Noemer + of - noemer 

Slide 4 - Sleepvraag


Wat is 1/3 + 1/6?
A
2/9
B
2/6
C
3/6
D
1/2

Slide 5 - Quizvraag


Wat is 1/5 - 1/10?
A
1/15
B
1/10
C
1/2.5
D
2/15

Slide 6 - Quizvraag

Vermenigvuldigen

Slide 7 - Tekstslide

1/2 x 1/2 = 1/4
0,5 x 0,5 = 0,25
2 x 1/4 = 2/4
2 x 0,25 = 0,50
2/1 x 1/4 = 2/4
Net als bij + & - sommen, vereenvoudig de breuk. 

Slide 8 - Tekstslide


Wat is 1/2 x 1/4?
A
1/8
B
1/6
C
2/6
D
3/4

Slide 9 - Quizvraag

Wat is 3/4 x 1/5?
A
4/9
B
4/20
C
3/20
D
19/20

Slide 10 - Quizvraag

Wat is 3 x 1/5?
A
5/15
B
3/5
C
3/6
D
3/8

Slide 11 - Quizvraag

Breuken delen.

Slide 12 - Tekstslide

Een breuk : een breuk = hetzelfde als een breuk x een omgekeerde breuk. 
Voorbeeld: 
1/6 : 1/3 = 1:1 & 6:3 = 1/2
1/6 x 3/1 = 3/6 = 1/2 

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan 
  1. Zorg ervoor dat er 2 breuken zijn. 
  2. Heb je 1 1/2 dan wordt dit 3/2 en bij 4 wordt dit 4/1.
  3. Alleen de 2de breuk mag je omdraaien. Anders gaat de berekening fout!
  4. Vereenvoudig de breuk zo veel mogelijk. 6/12 wordt 1/2 en 5/4 wordt 1 1/4. 

Slide 14 - Tekstslide