Les 19 H3 Economische groei

Economie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat aan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • Opdrachten bespreken
  • Theorie hoofdstuk 3 bespreken
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
  • Uit welke indicatoren bestaat het HDI?
  • Hoe zorgt de overheid dat inkomen gelijker wordt verdeeld?
  • Wat betekent nivelleren en wat betekent denivelleren?

Te bespreken opdrachten:

Slide 3 - Tekstslide

Opgaven bespreken

Slide 4 - Tekstslide

BBP per land
BBP/hoofd Nigeria: 1.142   vs Nederland:     53.900

Hoe kan dit?



Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: economische groei
Economische groei berekenen door groei bbp te berekenen:

economische groei = bbp dit jaar - bbp vorig jaar x 100%
                                                          bbp vorig jaar

klinkt simpel maar...

Slide 6 - Tekstslide

Reële groei
economische groei = nominale groei gecorrigeerd door inflatie.

Stel ik produceer dit jaar 10 fietsen voor € 100 per stuk en volgend jaar 10 fietsen voor € 105 per stuk, dan heb ik (technisch gezien) geen reële groei. 

Slide 7 - Tekstslide

macro-economische structuur bepaalt prestaties:
  1. menselijk kapitaal
  2. fysieke infrastructuur
  3. relatieve sectorgrootte
  4. sociale infrastructuur
  5. categoriale inkomstenverdeling
  6. monetaire infrastructuur
  7. internationale betrekkingen 

Slide 8 - Tekstslide

Menselijk kapitaal
Omvang van de beroepsbevolking en
het opleidingsniveau daarvan.

Slide 9 - Tekstslide

Fysieke infrastructuur
(spoor)wegen, (lucht)havens, 4/5G, stroom enzovoort dienen goed voor elkaar te zijn, wil je economisch kunnen groeien. 

Slide 10 - Tekstslide

Relatieve sectorgrootte
Relatief = naar verhouding
  • Primaire sector:         landbouw, jacht, visserij, delfstoffen
  • Secundaire sector:  industrie
  • Tertiaire sector:         diensten
  • Quartaire sector:       non-profit (scholen, ziekenhuizen e.d.)

Slide 11 - Tekstslide

sociale infrastructuur
rechtssystemen, mededingingsautoriteiten, nationale ombudsman, mogelijkheden tot studeren enzovoort.

Slide 12 - Tekstslide

Categoriale inkomensverdeling
(zie berekeningen pagina 79)

Mate waarin inkomen verdeeld is over loon, winst, pacht en rente


Slide 13 - Tekstslide

Monetaire infrastructuur
Monetair = alles wat met banken en dergelijke te maken heeft:
  • welke munt is er en is die stabiel?
  • hoogte rente
  • hoogte inflatie
  • kun je makkelijk geld lenen?
  • kun je overal pinnen?

Slide 14 - Tekstslide

Economische betrekkingen
Spreekt voor zich

Slide 15 - Tekstslide

convergentie en divergentie
Gaan landen steeds meer dezelfde soort inkomens krijgen, of worden de verschillen tussen 'arm en rijk' steeds groter?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

4 oorzaken waarom verschillen niet (makkelijk) verdwijnen
  • Cultuur
  • staatsinrichting
  • politiek
  • historische ontwikkeling 

Slide 18 - Tekstslide

Hoe te verbeteren?
  • Internationale handel bevorderen
  • protectiemaatregelen weg te nemen (zoals bijvoorbeeld invoerquota, exportsubsidies, invoerrechten enzovoort)

Slide 19 - Tekstslide

Hoe worden binnenlandse ongelijkheden anders verdeeld?
  • progressief belastingstelsel door middel van onder andere belastingschijven
  • subsidies/uitkeringen 

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 21 - Tekstslide