In 1870 is de slavernij al enige jaren afgeschaft, maar voor zwarten lijkt er niet veel veranderd. De kleurlingenelite heeft echter een bevoorrechte positie door hun blanke voorvaders. Kleurlinge Alexandra zou graag willen studeren, maar dat mogen vrouwen niet. Met haar vriendin Jo ontdekt ze op een verlaten plantage een oud tuinhuis. Daar is Ernst Martzil in het geheim bezig met een uitvinding. De drie jongeren gaan samenwerken, waarbij ze allen ook een persoonlijke groei meemaken. Daarnaast is er ook het verhaal van de eerste Indiërs in Suriname, de meisjes raken bevriend met de oude Babu Banjeet. Deze historische roman gaat over een periode van transitie en beweging waarin oude ideeën en nieuwe waarden gewogen worden.