Instructieuur over leessmaak - week 3 les 1

Mooi Nederland(s)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mooi Nederland(s)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Smaak is vaak een voorkeur die je hebt voor iets. Die voorkeur kun je eigenlijk niet bediscussiëren. Je kunt wel in discussie gaan over de redenen waarom iemand tot een oordeel komt. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het schilderij...
A
...prachtig.
B
...niet zo mooi.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Achtergrond: 
Het schilderij is gemaakt door Chagall, een van de belangrijkste schilders van de laatste honderd jaar. Veel andere schilders zijn geïnspireerd door dit werk en tevens is het een voorzichtige wending richting het kubisme. 

Het schilderij verbeeldt een gevoel van nostalgie van de schilder naar het dorp waarin hij is geboren en dat hij heeft verlaten om een groot schilder te worden in Parijs.  Ook lijkt hij iets te zeggen over de onderdrukking van Joden (zie figuren op achtergrond). De violist lijkt vrolijkheid te brengen, maar de dame op de achtergond lijkt te vallen, dus zo vrolijk is het allemaal niet.
Ook is het spel met het perspectief heel bijzonder, kijk maar eens naar de voeten van de violist. Mooi ook is de verdeling van kleur: zwart-bruin-goud en de vlakverdeling van kleur.

Ook bijzonder: de schilder was arm, en dus heeft hij uit nood dit schilderij op een geblokt tafellaken geschilderd. Het lijkt alsof hij dat grid gebruikt heeft voor het patroon van de daken en de kleur in de jas.
Ik vind het schilderij nu
A
...iets mooier dan hiervoor
B
...minder mooi dan hiervoor
C
... onveranderd mooi
D
...nog steeds niet mooi

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind de foto...
A
...bijzonder.
B
...heel vreemd.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze foto is een zelfportret van Erwin Olaf, dat hij maakte om uitdrukking te geven aan het beklemmende gevoel dat de lockdowns (quarantaine) hem gaven. 

De foto toont vooral leegte, wat een verbeelding moet zijn van de leegte van de fotograaf. 
De fotograaf heeft niemand in zijn studio, hij is zijn enige object geworden om vast te leggen. Je ziet in de foto dat hij wordt vastgelegd door een camera: een foto van iemand die een foto van zichzelf maakt. Maar wie maakt dan deze foto?

De persoon lijkt duidelijk aangeslagen door de leegte, getuige zijn houding.

Bijzonder is ook dat schaduw en de persoon een cirkel vormen. Dat is bewust, zo ontstaat een soort versmelting van de persoon en de muur. Ook de hoed en de muur hebben dezelfde kleur aangenomen, het gezicht ook.

De muur waar de persoon tegenaan staat is overduidelijk neergezet. Dat geldt ook voor de achterwand. Het zijn geen muren die er altijd hebben gestaan. Bedoelt de fotograaf daarmee uit te drukken dat corona muren heeft opgetrokken die je isoleren? 

Vorige week is hij overleden, door longfalen.


Met deze kennis vind ik de foto...
A
...bijzonderder.
B
...nog steeds heel vreemd.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weten maakt waarderen soms beter

Slide 11 - Tekstslide

Als je weet waarop je kunt letten om tot waardering te komen, is het makkelijk om een oordeel te geven. Daarom leer je bij Nederlands verschillende soorten waarderingsargumenten kennen:
- over taal
- over opbouw
- over gevoel tijdens het lezen
- over normen en waarden 
- over personages
- over gebeurtenissen
- over spanning
- over de werkelijkheid in het boek versus de werkelijkheid
- over originaliteit
Ik vind 'De zee zien' echt een heel vreemd boek en totaal niet geschikt voor derdeklassers. Er komen nogal wat scenes in het boek voor die weerzinwekkend zijn. Neem nou dat fragment waarin Jan met zijn zus naar bed gaat. Wie doet dat nou, vrijen met je eigen zus?
Wat het boek zo mooi maakt is het perspectief dat is gekozen. Omdat je nooit in het hoofd van Jan terechtkomt, weet je niet waarom hij is gevallen of gesprongen van die toren. Daardoor moet je het als lezer doen met de interpretatie van de ik-persoon.  Hij moet zelf bedenken waarom Jan is gevallen. Later blijkt dat de zus van Jan een heel andere verklaring voor de val heeft.
De opbouw is wel erg lastig, vind ik. Het verhaal 'De zee zien' springt van het heden naar het verleden aan het einde weer terug naar het heden. Ik vind het irritant wanneer ik moet nadenken over de vraag in welke tijd we nu weer terecht zijn gekomen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingswoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister en kijk in stilte, geen oogcontact met klasgenoten maken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je hoeft iets niet mooi te vinden om toch de kwaliteit te kunnen zien. 
"Muziek is knap gespeeld, het muziekstuk is goed gecomponeerd, de zangeres zingt geweldig, maar toch raakt het geheel mij niet. Ik houd niet zo van klassieke muziek."

Slide 16 - Tekstslide

"Muziek is knap gespeeld, het muziekstuk is goed gecomponeerd, de zangeres zingt geweldig, maar toch raakt het geheel mij niet."

Het omgekeerde is ook waar:
"Iets hoeft geen kwaliteit te hebben om het toch te waarderen."

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
- Voor het beoordelen (en waarderen) van verhalen hoef je niet per se een groot lezer te zijn.
- Je kijkt naar de verschillende aspecten van een verhaal om tot een oordeel te komen: vorm, taal, spanning, realiteit, personages, de verhaallijn, etc.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verborgen doelen deze les
- Je weet wat persoonlijke smaak is en je kunt beoordelingswoorden gebruiken om die te duiden.
- Je weet dat je kunstuitingen op verschillende niveaus kunt beoordelen en waarderen.
- Je weet dat kennis over technieken en achtergronden de waardering van een kunstwerk kunnen veranderen


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk aan opdracht 8 t/m 15. Heb je opdracht 1 t/m 7 niet af? Verder werken en inhaalwerk doen.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies