Scan de tekst op zoek naar de specifieke woorden/jaartallen en schrijf de informatie op
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
TB blz 41, WB blz 66
Scan de tekst op zoek naar de specifieke woorden/jaartallen en schrijf de informatie op
Slide 1 - Tekstslide
We read the story
Slide 2 - Tekstslide
Bonnie and Clyde were very popular in America
A
true
B
false
Slide 3 - Quizvraag
Clyde was in Prison when he met Bonnie
A
true
B
false
Slide 4 - Quizvraag
Bonnie and Clyde only worked with each other
A
true
B
false
Slide 5 - Quizvraag
The couple always easily avoided the police
A
true
B
false
Slide 6 - Quizvraag
The police used their friend's truck to catch them
A
true
B
false
Slide 7 - Quizvraag
Bonnie and Clyde were buried the way Bonnie wanted it
A
true
B
false
Slide 8 - Quizvraag
Wb blz 162/163 Tb blz 42
een van jullie komt aangifte doen en de ander is de politieagent. De politieagent begint en de getuige probeert duidelijk te maken wat er is gebeurd. Kies uit speechcard 3 of 5
Slide 9 - Tekstslide
Relative clauses
blz 43 TB
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Let op, als een bijzin alleen extra info geeft (dan staat het tussen komma's) dan mag je geen that gebruiken!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welke RELATIVE CLAUSE past in deze zin: I want to read the book........you gave me.
A
which, that , who
B
which, that, X
C
who, whose, whom
D
which, that
Slide 15 - Quizvraag
We had spaghetti .... is my favourite meal, for dinner last night.
A
whom
B
whose
C
which
D
who
Slide 16 - Quizvraag
Which RELATIVE CLAUSE fits this sentence: The officer, ....... John told his story to, was nice
A
who, that
B
who, that, X
C
who,
D
which, that
Slide 17 - Quizvraag
Which relative pronouns do we use for people?
A
who and that
B
who and which
C
which and whom
D
whose and who
Slide 18 - Quizvraag
He is a famous architect ... designs won an international award last year.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 19 - Quizvraag
This is Mary, ... is taking over my job when I leave.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 20 - Quizvraag
The photocopier, ... has a two-year guarantee, cost $2000.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 21 - Quizvraag
He is the consultant ... advice I rely on.
A
whose
B
who
C
that
D
whom
Slide 22 - Quizvraag
The people ... were stopped at the border were all from Eastern Europe.
A
whose
B
which
C
that
D
whom
Slide 23 - Quizvraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
She like hamburgers ..... are hot
Slide 24 - Open vraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
The book .... you gave me is great
Slide 25 - Open vraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
I haven't seen Frank, ...... brother is five, for a long time now.
Slide 26 - Open vraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
The men, four of .... are ill, were indicted for fraud
Slide 27 - Open vraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
This is the man.... house in on fire
Slide 28 - Open vraag
fill in the blanks. Choose from the words: who / which / that / whose / whom / x. Give all possibilities ( met een spatie zonder komma & zonder slash & in volgorde zoals het hier staat)
Mandy is the girl...... I met on Friday
Slide 29 - Open vraag
WB Blz 69
Maak nu opgave 11 en 12
En oefen voor de vocabulary van H3 op 5 maart
Zet ook in je logboek:
Toets H3 op 19 maart ( een week later dan in je oude studiewijzer)