OSP - les 4

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3

Slide 1 - Tekstslide

Opening 
Opdracht:

Je krijgt 3 minuten de tijd om na te denken over iets wat jij (goed) kan en wat je iemand anders zou kunnen leren tijdens de les. Voorbeeld: danspasjes, beatboxen, veters strikken of fluiten op je vingers.

Bedenk iets want je zult het nodig hebben tijdens deze les!

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • Je kunt activiteiten inzetten om je cliënten nieuw gedrag aan te leren

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik op vorige weken
Jullie hebben nu 4 weken les gehad rondom het maken van een ondersteuningsplan. Wat weten jullie hier nog van?

Opdracht:
Groepjes van maximaal 4. Schrijf uit je hoofd op wat je allemaal nog weet van de afgelopen vier weken. 


Slide 4 - Tekstslide

Het ondersteuningsplan tot nu toe
Tot nu toe hebben we de volgende onderdelen van het ondersteuningsplan besproken:
  1. Een beginsituatie maken via een ordeningsmodel
  2. Ondersteuningsvragen bedenken die kloppen bij de beginsituatie
  3. SMART-doelen opstellen
Deze les:
  1. Activiteiten bedenken die de cliënt helpen om het doel te bereiken

Slide 5 - Tekstslide

Begeleidingsactiviteiten
Begeleidingsactiviteiten zijn alle activiteiten die erop gericht zijn om de cliënt te ondersteunen. Vaak zal jij ze bedenken samen met de cliënt.

Belangrijke aandachtspunten voor activiteiten:
  1. Veiligheid (activiteit moet voor cliënt en begeleiding veilig zijn)
  2. Structuur (weet de cliënt hoe de activiteit eruit gaat zien) 
  3. Flexibiliteit (wat doe je als het slecht weer is of een collega ziek is)
  4. Hygiëne (cliënten hebben mogelijk een kwetsbare gezondheid)
  5. Ergonomie (juiste houding/materialen voor de activiteit)

Slide 6 - Tekstslide

Manieren om activiteiten te begeleiden


Voorbeeld: casus Bilal:

Activiteiten kun je op verschillende manieren begeleiden. Vaak zie je professionals op 3 manieren een activiteit kunnen begeleiden:

  • Voordoen
  • Samen doen
  • Zelf doen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht activiteiten begeleiden
Wie
Vorm tweetallen
Wat
Aan het begin van de les heb je opgeschreven wat je goed kunt. Je gaat dat de ander leren 
Hoe lang
Ongeveer 5 minuten
Klaar?
Wissel, de ander gaat jou iets leren
Aandachtspunten
Wissel af in hoe je de ander iets gaat aanleren. Probeer voordoen, samen doen en zelf doen met elkaar af te wisselen

Slide 8 - Tekstslide

Nabespreking
  • Wie heeft er iets nieuws kunnen leren tijdens de oefening? Waar lag dat aan volgens jou?
  • Wie heeft er niets nieuws kunnen leren tijdens de oefening? Waar lag dat  aan volgens jou?
  • Heb je verschil gemerkt tussen voordoen, samen doen en zelf doen?
  • Wat neem je mee in de begeleiding aan clienten?

Slide 9 - Tekstslide

Werken aan de eindopdracht
  1. Lees de eindopdracht door op Sharepoint
  2. Kies samen met je praktijkbegeleider een cliënt bij wie je deze eindopdracht kunt gaan doen
  3. Verzamel informatie over de cliënt
  4. Schrijf de beginsituatie van de cliënt, inclusief de ondersteuningsvragen
  5. Formuleer doelen die bij de ondersteuningsvragen horen
  6. Bedenk activiteiten waarmee je cliënt kunt ondersteunen om de doelen te behalen

Slide 10 - Tekstslide