310 les 9: 7.5 theorie G / Van oppervlakte naar vergrotingsfactor - 3M

Start geen nieuwe vergadering

Telefoon in de telefoontas.

Laptop in de tas.

Welkom wiskunde!

Wat gaan we doen?

● Wat ga je leren?

● Terugblik: Vk2 t/m 7.5F

● Uitleg: 7.5 Theorie G
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting

bij

We gaan zo starten.

Leerdoelenformulier inplakken.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel.

1 / 41

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering

Telefoon in de telefoontas.

Laptop in de tas.

Welkom wiskunde!

Wat gaan we doen?

● Wat ga je leren?

● Terugblik: Vk2 t/m 7.5F

● Uitleg: 7.5 Theorie G
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting

bij

We gaan zo starten.

Leerdoelenformulier inplakken.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

De video is te starten bij de binnenkomst

vragen huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat ga je leren?

Je kent de formule om de vergrotingsfactor

uit te rekenen bij een vergrootte of

verkleinde oppervlakte.

H7: Oppervlakte en inhoud

VK 2D en 3D

1. Eenheden omrekenen

2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud

5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen

VK Machten

1. Grote getallen

2. Wetenschappelijke notatie

3. Eenheden van tijd

4. Eenheden van snelheid

5. Verhoudingen

H2: Meetkunde

VK Rekenen en Pythagoras

4. Aanzichten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Oppervlakte naar vf

We bekijken een filmpje, waarna we de volgende opgave gaat oplossen:

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm².

Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm².

a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

b. Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Oppervlakte naar vf

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm².

Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm².

a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

36 : 9 = 4, dus de eerste kan 4 keer in de tweede.

b. Wat is de vergrotingsfactor?

De maten van de eerste 3 x 3. De maten van de tweede 6 x 6.
De lente en breedte zijn beide 2x zo groot, dus vf = 2.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2 e n \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?
Dus als de oppervlakte X keer groter is, dan is de vf

​ ​ ​ \sqrt ​ X ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2 e n \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?
Dus als de oppervlakte X keer groter is, dan is de vf
Even terug naar de opgave:
De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9

​ ​ ​ \sqrt ​ X ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2 e n \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?
Dus als de oppervlakte X keer groter is, dan is de vf
Even terug naar de opgave:
De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9 = opp. beeld : opp. origineel

​ ​ ​ \sqrt ​ X ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2 e n \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.5: Van oppervlakte naar vf

Als de oppervlakte 4 keer zo groot is, dan is de vf 2. (opgave)

Als de oppervlakte 9 keer zo groot is, dan is de vf 3. (filmpje)

Hoe kom ik vanuit die 4 op de 2 én van de 9 op de 3?
Dus als de oppervlakte X keer groter is, dan is de vf
Even terug naar de opgave:
De 4 keer zo groot kwam door 36 : 9 = opp. beeld : opp. origineel
Formule om de vergrotingsfactor te bereken:

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

​ ​ ​ \sqrt ​ X ​ ​ ​

\sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2 e n \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 =

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

= 24, 221 . . .

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

maat beeld = vf x maat origineel

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

= 24, 221 . . .

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

maat beeld = vf x maat origineel

lengte beeld = 24,221... x 15 = 363,318...

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

= 24, 221 . . .

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

maat beeld = vf x maat origineel

lengte beeld = 24,221... x 15 = 363,318...

breedte beeld = 24, 221... x 10 = 242,212...

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

= 24, 221 . . .

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld opgave

Van een foto zijn de maten 10 x 15 cm.

De oppervlakte van een vergroting is 8,8 m2.

Bereken de maten (het formaat) van de vergrootte foto.

Rond af op gehele cm.

Opp. origineel = l x b

= 10 x 15 = 150 cm2

8,8 m2 = 8,8 x 10.000 = 88 000 cm2

maat beeld = vf x maat origineel

lengte beeld = 24,221... x 15 = 363,318...

breedte beeld = 24, 221... x 10 = 242,212...

Dus ongeveer 242 bij 363 cm.

v f = \sqrt ​ o p p . b e e l d : o p p . o r i g i n e e l ​ ​ ​

= \sqrt ​ 88000 : 150 ​ ​ ​

= 24, 221 . . .

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maken:

Paragraaf 7.5 Theorie G volgens jouw leerroute

Nakijken:

Huiswerk van H2 en H7 tot nu toe.

Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes

timer

4:00

Testopgaven:

G -> blz. 85

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk aanzicht zie je?

Linkerzijaanzicht

Rechterzijaanzicht

Vooraanzicht

Bovenaanzicht

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7.150 m = ... km

0,715

7,15

71,5

715

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8, 5 c m^{​ 2 ​ ​} = . . . d m^{​ 2 ​ ​}

850

0,085

85 000

850 000

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van een cirkel met diameter 4 cm?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt de opp. van dit figuur berekenen.
Uit welke grensvlakken bestaat dit figuur? Geef ook de vorm aan.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
Inhoud prisma =

0, 5 \cdot z \cdot b h \cdot h o o g t e

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot 0, 5 \cdot z \cdot b h \cdot h o o g t e

z \cdot b h \cdot h o o g t e

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot s t r a a l^{​ 2 ​ ​} \cdot h o o g t e

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lijn is 7 cm en wordt vergroot met een vergrotingsfactor 5.
Hoe lang wordt de lijn?

1,4 cm

175 cm

35 cm

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lijn is 7 cm en wordt vergroot met een vergrotingsfactor 0,5.
Hoe lang wordt de lijn?

14 cm

1,75 cm

3,5 cm

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de vergrotingsfactor groter is dan 1, dan zal het beeld groter/kleiner zijn dan het origineel?

groter

kleiner

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de vergrotingsfactor tussen 0 en 1 is, dan zal het beeld groter/kleiner zijn dan het origineel?

groter

kleiner

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er als de vergrotingsfactor precies 1 is?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

310 les 9: 7.5 theorie G / Van oppervlakte naar vergrotingsfactor - 3M

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Woordweb

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Meer lessen zoals deze

H7: 7.5 theorie G / Van oppervlakte naar vergrotingsfactor - 3M

H7: 7.5 / Oppervlakte en vergroten - 3M

3 TL H7.5/6 Oppervlakte/inhoud naar vergrotingsfactor

3 TL H7.5/6 Oppervlakte/inhoud naar vergrotingsfactor

H8: 8.5 2023-2024 Oppervlakte en inhoud vergroten - 2M

H8: 8.5 2021-2022 Oppervlakte en inhoud vergroten - 2M

H8 herhaling

H8: 8.5/ Oppervlakte en inhoud vergroten - 2M