T2a - 14 mei

Goedemorgen t2a!
14 mei
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen t2a!
14 mei

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Regels
  •  Uitleg
  • Oefenen
  • Huiswerk maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Regels
1. Telefoon gaat op stil en in de telefoontas.
2. Je hebt je jas niet mee in de klas.
3. Je hebt altijd je werkboek, schrift, laptop en etui mee.
Niet mee? = Noteer ik in Magister.
4. Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil.
5. Heb je een vraag of wil je wat zeggen? Steek dan je vinger op.

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag leren jullie hoe je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord kan maken.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.


1. Wat is een voltooid deelwoord? Noem een voorbeeld.
2. Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Noem een voorbeeld.


Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
• Het voltooid deelwoord van sterkte werkwoorden op -en verandert als bijvoeglijk naamwoord niet:
– Mijn ijsje is gesmolten. (vd)
Het gesmolten ijsje (bn)
– De kleren zijn gedragen. (vd)
De gedragen kleren (bn)

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
• Alle andere voltooide deelwoorden schrijf je als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk. Maar: denk aan de gewone spellingregels, zoals de dubbele medeklinker!
– De foto is vergroot. (vd)
de vergrote foto (bn)
– Het plafond is gewit. (vd)
het gewitte plafond, een gewit plafond (bn)

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
1. De hond wordt vermist.
De __________ hond.
2. Het horloge is gekocht.
Het ___________ horloge.
3. Ik heb mijn diploma behaald.
Het ___________ diploma.
4. Deze foto is vergroot.
De ____________ foto.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
5. De leerling is besmet.
De _____________ leerling.
6. Ik ben mijn huiswerk vergeten.
Het _______________ huiswerk.
7. De kaarten zijn geschut.
De ______________ kaarten.
8. De brief is gepost.
De _____________ brief.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden
1. De hond wordt vermist.
De vermiste hond.
2. Het horloge is gekocht.
Het gekochte horloge.
3. Ik heb mijn diploma behaald.
Het behaalde diploma.
4. Deze foto is vergroot.
De vergrote foto.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden
5. De leerling is besmet.
De besmette leerling.
6. Ik ben mijn huiswerk vergeten.
Het vergeten huiswerk.
7. De kaarten zijn geschud.
De geschudde kaarten.
8. De brief is gepost.
De geposte brief.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 4.8.
Opdracht 6c, 6d en 7.

Maak het in je boek!

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Bedenk allemaal een voorbeeld van een voltooid deelwoord wat een bijvoeglijk naamwoord wordt.

Hoe hebben jullie het leerdoel behaald?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide