In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Taalvaardigheid
Hoofdstuk: 2 grammatica
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek van taalvaardigheid op tafel. Laat deze nog even dicht op tafel liggen.
Slide 2 - Tekstslide
2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat interpunctie is
- weet je wanneer je welke interpunctie gebruikt
- weet je wanneer je een hoofdletter schrijft
Slide 3 - Tekstslide
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 3 op blz. 36 t/m 41.
Angelo, Daan
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Lars
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Jules, Philip
Slide 4 - Tekstslide
Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
dansstudio crazy moves
B
Dansstudio Crazy Moves
C
dansstudio Crazy Moves
D
dansstudio Crazy moves
Slide 7 - Quizvraag
Typ onderstaande zin over en zet hoofdletters en interpunctie waar nodig. sinds zondag is michel mulder de snelste op schaatsen
Slide 8 - Open vraag
Typ onderstaande zin over en zet hoofdletters en interpunctie waar nodig. In september reed mulder ook al heel hard op het wk-skeeleren in italië waar hij won
Slide 9 - Open vraag
Wie maakt wat
Had je alle vragen goed, dan mag je zelfstandig aan het werk. Je maakt opdracht 1 t/m 6 op blz. 21 t/m 27.
De rest doet mee met de instructie
Slide 10 - Tekstslide
PUNT
- Einde van de zin
- Afkortingen s.v.p. - jl. - d.m.v. - m.b.v.
ZONDER PUNT
- initiaalwoorden (NS, pc) - letterwoorden (pin)
- maten en gewichten (cm, m, dm)
UITROEPTEKEN
- Bevel of uitroep
VRAAGTEKEN
- einde van een vraag
Wie is er afwezig?
- Behalve in de indirecte rede De docent vroeg wie er afwezig was in de les.
Slide 11 - Tekstslide
HOOFDLETTERS
Waarom?
1) Hoofdletters maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
2) De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdletter aan het begin van een zin
Aan het begin van een zin:
Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's Ochtends sta ik vroeg op.
't Was vanochtend wel erg koud.
Slide 13 - Tekstslide
Hoofdletter aan het begin van een zin
Uitzondering: Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
€15 betaalde hij voor het boek.
86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
Slide 14 - Tekstslide
Hoofdletter bij namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Sophie Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 15 - Tekstslide
Hoofdletter bij namen van organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend van de regel, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 16 - Tekstslide
Hoofdletter bij aardrijkskundige namen
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Brussel
Amerika
Gerhagenstraat
de Himalaya
Slide 17 - Tekstslide
Hoofdletter bij woorden die van namen zijn afgeleid
Bij woorden die van namen (van landen) zijn afgeleid gebruik je een hoofdletter.
Amerikaanse president
Engelse stad
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 18 - Tekstslide
Hoofdletter bij historische gebeurtenissen en feestdagen
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Tweede Wereldoorlog
Vaderdag
Kerstmis
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter: vaderdagontbijt
Slide 19 - Tekstslide
Geen hoofdletter
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
NoordelijkeIJszee
Zuid-Amerika
Slide 20 - Tekstslide
Geen hoofdletter
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geenhoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt geenhoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 21 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lars, Daanjullie gaat zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz. 21 t/m 27 maken.
Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Philip of had je alle vragen van de mini-check fout? Wij maken samen opdracht 1 en 2.
Slide 22 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz. 21 t/m 27 maken.
Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je naar studiemeter: thema 1, spelling & grammatica, hoofdletters/leestekens.