Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
vragend, aanwijzend, betrekkelijk en onbepaald voornaamwoord
Grammatica
paragraaf 5
nieuwe voornaamwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
paragraaf 5
nieuwe voornaamwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1: bespreken huiswerk.
2: nieuwe woordsoorten: aanwijzend, vragend en onbepaald
voornaamwoord.
3: tijd over: werken aan grammaticaboekje
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les;
Aan het eind van deze les weet/kun je
vragende,
aanwijzende,
onbepaalde
voornaamwoorden benoemen
(vr.vnw, aanw.vnw, onbep.vnw)
Slide 3 - Tekstslide
Wij vermaken ons, terwijl onze docenten proberen ons aan onze opdrachten te laten werken.
A
ons=pvnw onze= bvnw ons=wed vnw onze bvnw
B
ons= wed.vnw onze= bvnw ons = pvnw onze =bvnw
C
ons= bvnw onze=bvnw ons=wvnw onze=pvnw
D
ons= wed.vnw onze = bvnw ons= wed vnw onze = bvnw
Slide 4 - Quizvraag
Zij wast me, want ik kan me niet zelf meer wassen, omdat ik me helemaal niet kan bewegen.
A
me = pvnw me = pvnw me = wed.vnw
B
me= pvnw me=wed.vnw me=wed.vnw
Slide 5 - Quizvraag
Vragend voornaamwoord (vr. vnw)
wie, wat, welke en wat voor (een)
Wie
gaat er mee naar het zwembad?
Wat voor
cadeau ga je kopen?
*Vr. vnw staat meestal aan het begin van de zin.
*Soms staat vr. vnw midden in een zin, dan kun je de zin vragend maken door het vr. vnw vooraan in de zin te zetten.
Voorbeeld: Weet je al
wie
je kiest? Wie kies je?
Slide 6 - Tekstslide
In welke zin staat een vragend voornaamwoord?
A
Wie gaat er mee naar het zwembad?
B
Dit cadeau is voor jou.
C
Het cadeau dat ik heb gekregen, vond ik erg mooi.
D
Ik heb niets gekregen voor mijn verjaardag.
Slide 7 - Quizvraag
Bedenk een zin met een vragend voornaamwoord (1 minuut)
Slide 8 - Open vraag
In welke zin staat een aanwijzend voornaamwoord?
timer
1:00
A
Wie gaat er mee naar het zwembad?
B
Dit cadeau is voor jou.
C
Het cadeau dat ik heb gekregen, vond ik erg mooi.
D
Ik heb niets gekregen voor mijn verjaardag.
Slide 9 - Quizvraag
Aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw)
deze, dit, die, dat, zo'n, zulk(e), dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
Dit cadeau is voor jou. Dergelijke schoenen zijn leuk.
Dit is voor jou. Zo'n kleding draag ik niet.
Slide 10 - Tekstslide
*Wijst iets of iemand aan.
*Kan in plaats van een lidwoord vóór een zelfstandig naamwoord staan.
*Kan ook zelfstandig in een zin voorkomen. Het vervangt dan woorden. Je kunt het zelfstandig naamwoord er dan achter denken
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld: Het cadeau weegt erg zwaar.
Dit
moet je dus voorzichtig optillen
. (Dit cadeau moet je dus voorzichtig optillen)
Slide 12 - Tekstslide
In welke zin staat een onbepaald voornaamwoord?
timer
1:00
A
Wie gaat er mee naar het zwembad?
B
Dit cadeau is voor jou.
C
Het cadeau dat ik heb gekregen, vond ik erg mooi.
D
Ik heb niets gekregen voor mijn verjaardag.
Slide 13 - Quizvraag
ONBEPAALD VOORNAAMWOORD
het, iets, niets, niemand, iemand, alles, men, wat (=iets), elke, ieder(een)
Verwijst naar iets of iemand. Je kent geen bijzonderheden van de persoon of het ding.
Voorbeeld: Hij heeft wat voor haar meegebracht.
wat = iets
Slide 14 - Tekstslide
Ik heb
niets
gekregen voor mijn verjaardag. (iets)
Hij heeft
wat
voor haar meegebracht. (iets)
Zij willen
iets
anders gaan doen.
Het
regent hier altijd. Binnen is
het
knus. (tijd, sfeer, weersomstandigheden)
In Nederland heb
je
(men) pech met die natte zomers..
Dat doe
je
gewoon niet. (men)
Slide 15 - Tekstslide
www.cambiumned.nl
Slide 16 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 17 - Link
Aan de slag!
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
vragend, aanwijzend, betrekkelijk en onbepaald voornaamwoord
December 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kennismaking + grammatica
Maart 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
§6 aanw, vr, onbep. vnw.
Februari 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
December 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.6 Aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden
April 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Aanw.vnw en vr. vnw
Maart 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Gr. Woordsoorten: Aanw., vr. en onbep.vnw.
April 2020
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
15-1Blok 5 Grammatica Vr aanw betr onbep vnw
April 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2