Spelling 7.1 vervolg meervouden en verkleinwoorden

 Spelling 7.1 vervolg
Havo 2 periode 1 
week 2 2e les 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Spelling 7.1 vervolg
Havo 2 periode 1 
week 2 2e les 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lezen >>
Startopdracht
Herhaling doel 7.1 Spelling vervolg
Inoefenen en zelfstandig oefenen
~pauze~
Instructie doel 3.2 Fictie
Inoefenen en zelfstandig oefenen
Afsluiting

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
John Boyne

Boek informatie

Achterkant boek

Start lezen volgende week
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Invoeren klassencode + 
doorgeven boektitel 
timer
5:00
Pak je laptop en surf naar lessonUp.app
Voer de klassencode in:
H2a >>> ygyxb

Pak je laptop en surf naar lessonUp.app
Voer de klassencode in:
H2b >>> jpmvh

Slide 6 - Tekstslide

1. Het varken is van marsepein. 
Het ....... varken. 
2. De trui is geel. De ..... trui.
3. De heer Van der Boom. 
4. De schilder Rembrandt van Rijn. 
5. Toen ik naar je keek, werd ik blij. 
6. Schrijf het meervoud van genie: genieën
7. Schrijf het meervoud van actie: acties
8. Schrijf het verkleinwoord van pizza: pizzaatje. 
9. Schrijf het verkleinwoord van bikini: bikinietje
10. Schrijf het verkleinwoord van boom: boompje.   
Groepjes van 3 H2a
Linde M.
Julia
Sophie
Aimée
Linde v.d. K. 
Sven M. 
valentino
Luuk 
Issa
Lars
Chrisopher
Nikki
Linn
Ynara
Jesse
Jurian
Sven G. 
David 
Samuël 
Geweldpleging in Middelwatering
Jehanne
De blauw geruite rugzak
Harry Potter en de geheime
Afblijven
Sjakie en de chocoladefabriek (?)
Joris
Rens
Reinier 
Olivia
Féline
Shekinah
Sven v.N.
Alex 
Blauwe plakken
Morgenster

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepjes van 3 H2b
Isai
Chanhyeok
Christian
Jolyn
Noa
Viène
Mirthe
Marit
Stijn
Joah
Twan
Amaro
Emily
Loïs
Sifra
Mia
Lotte
Elvira
Suus
Renske
Suze
Glazen brug
Koning van Katoren
24 Uur 
De herberg met het hoefijzer 
Harry Potter en de steen der wijzen
Kleur bekennen 
Pijnstillers
Koen
Jethro
Valentijn
Thijs
Ezra
Danny
Eloïse
Lizzy
Lotte 
Luchtslag om Afrika
De bastaard van Brussel 
Oorlogswinter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 7. 1 Spelling





Herhaling van spelling leerjaar 1 :
✓ Hoofdletters en leestekens 
✓ Schrijven van een bijvoeglijk naamwoord 
  • Schrijven van meervouden op -en/ 's en s / -ën /  
  • Schrijven van verkleinwoorden: -je/-pje/-tje/-etje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden -en
  • -en achter het woord (stoel - stoelen)
  • klinker weghalen (been - benen) i.v.m. lange klank
  • medeklinker verdubbelen (vis - vissen) i.v.m. korte klank
  • f > v (duif - duiven)
  • s > z (kies - kiezen)
  • combinatie -van lange klank en s/z wisseling- (kaas - kazen)


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden 's en s
Vaste s:
- Na medeklinker (tafel - tafels)
- Na e of é (tante - tantes, café - cafés)
- Na 2 of 3 klinkers die 1 klank vormen (etui - etuis, balie - balies, 
                  cadeau - cadeaus)
's:
- Na a, i, o, u, y (auto - auto's, lolly - lolly's >> maar niet bij cowboys!)
- Na afkortingen (wc - wc's)
- Na 2 of 3 klinkers die meer klanken vormen (radio - radio's, cavia - cavia's)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden na ee en ie
ee: 
- Soms -s (chimpansees), soms ën (zeeën) = let op uitspraak! 
ie:
- Klemtoon op ie > +ën (industrie - industrieën / drie - drieën)
- Klemtoon niet op ie > ¨op e +n (porie - poriën) 
(- of zie vorige dia: meervoud op s, bijv. balie - balies)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
abrikoos

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
bureau

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
fantasie

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Uitgang achter het woord: je, pje, tje of etje
- Soms medeklinker verdubbelen (gum - gummetje) -i.vm. korte klank
- Woord eindigend op ng: soms -etje (gang - gangetje), soms g > k (koning - koninkje)
- Woord eindigend op a, é, o, u: klinker verdubbelen (pizza - pizzaatje)
- Woord eindigend op i: i > ie (ski - skietje)
- Woord eindigend op medeklinker+y: ' voor uitgang (party - party'tje)
- Afkortingen: ' voor uitgang (wc - wc'tje)
- Soms worden korte klanken in het verkleinwoord lang (vat - vaatje)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je
pje
tje
etje
ng > nk
bel
film
muilezel
elastiek
kerstman
gebak
verrassing
uniform
cadeau

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk onderdeel heb je nog extra hulp/uitleg nodig?
hoofdletters en leestekens
bijvoeglijk naamwoord
meervoud
verkleinwoorden
geen

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenopdracht
Dictee

1. luister naar het woord. 
2. denk aan de regel.
3. schrijf het woord op. 
4. kijk het woord na. 
5. corrigeer waar nodig: 
      zie whiteboard. 

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

1. Het varken is van marsepein. 
Het ....... varken. 
2. De trui is geel. De ..... trui.
3. De heer Van der Boom. 
4. De schilder Rembrandt van Rijn. 
5. Toen ik naar je keek, werd ik blij. 
6. Schrijf het meervoud van genie: genieën
7. Schrijf het meervoud van actie: acties
8. Schrijf het verkleinwoord van pizza: pizzaatje. 
9. Schrijf het verkleinwoord van bikini: bikinietje
10. Schrijf het verkleinwoord van boom: boompje.   
Aan het werk

Cursus 7 §1 Online opdrachten Herhaling leerjaar 1 
Leer de theorie van spelling leerjaar 1! 
(HUISWERK)
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je herkent tijdsprongen in een verhaal.
  2. Je kunt hoofdletters en leestekens goed plaatsen.
  3. Je weet de spelling van bijvoeglijke naamwoorden, meervouden en verkleinwoorden.
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: 

Spelling cursus 7 § 1 herhaling
en § 2 leestekens

Huiswerk:
Oefen met 7.1 Online opdrachten (=herhaling spelling leerjaar 1)
Leer de theorie van spelling leerjaar 1:  zie aantekeningen!


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
  • Begin van een zin;
  • Bij (aardrijkskundige) namen;
  • Officiële feestdagen;
  • Historische gebeurtenissen;
  • Instellingen, verenigingen of bedrijven.

Dagen, maanden, seizoenen en windstreken geen hoofdletter.
Tussenvoegsels in namen geen hoofdletter.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens .?!,
Een zin eindigt met een:
- Punt (gewone zin)
- Vraagteken (vraagzin)
- Uitroepteken (een zin met extra nadruk)

Je schrijft een komma:
- Tussen twee persoonsvormen (Als je rent, ben je sneller.)
- Voor voegwoorden als maar, want, terwijl, omdat, enz. (Ik wil wel, maar ik mag niet.)


Let op: in principe geen komma voor en en of.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
Korte en lange vorm (zwart - zwarte): De hond is zwart. De zwarte hond. 
Van de korte naar de lange vorm:
  • -e achter het woord (mooi - mooie)
  • laatste medeklinker verdubbelen (wit - witte)
  • klinker verwijderen (geel - gele)
  • f > v (lief - lieve)
  • s > z (wijs - wijze)
  • combinatie (loos - loze) Die laptop is waardeloos. De waardeloze laptop. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden -en
  • -en achter het woord (stoel - stoelen)
  • klinker weghalen (been - benen) i.v.m. lange klank
  • medeklinker verdubbelen (vis - vissen) i.v.m. korte klank
  • f > v (duif - duiven)
  • s > z (kies - kiezen)
  • combinatie -van lange klank en s/z wisseling- (kaas - kazen)


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden 's en s
Vaste s:
- Na medeklinker (tafel - tafels)
- Na e of é (tante - tantes, café - cafés)
- Na 2 of 3 klinkers die 1 klank vormen (etui - etuis, cadeau - cadeaus)
's:
- Na a, i, o, u, y (auto - auto's)
- Na afkortingen (wc - wc's)
- Na 2 of 3 klinkers die meer klanken vormen (radio - radio's, cavia - cavia's)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden na ee en ie
ee: 
- Soms -s (chimpansees), soms ën (zeeën) = let op uitspraak! 
ie:
- Klemtoon op ie > +ën (industrie - industrieën / drie - drieën)
- Klemtoon niet op ie > ¨op e +n (porie - poriën) 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Uitgang achter het woord: je, pje, tje of etje
- Soms medeklinker verdubbelen (gum - gummetje)
- Woord eindigend op ng: soms -etje (gang - gangetje), soms g > k (koning - koninkje)
- Woord eindigend op a, é, o, u: klinker verdubbelen (pizza - pizzaatje)
- Woord eindigend op i: i > ie (ski - skietje)
- Woord eindigend op medeklinker+y: ' voor uitgang (party - party'tje)
- Afkortingen: ' voor uitgang (wc - wc'tje)
- Soms worden korte klanken in het verkleinwoord lang (vat - vaatje)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies