Spelling 7.1 (herhalingen 1e leerjaar) VERVOLG II

Spelling 7.1 vervolg II 
Mavo 2 periode 1 
week 4 1e les (19 sept.) 

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling 7.1 vervolg II 
Mavo 2 periode 1 
week 4 1e les (19 sept.) 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom T2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lezen>> in je eigen leesboek 
Huiswerk check!
Startopdracht: herhaling doel 7.1  Vervolg doel 7.1 Spelling
Inoefenen
~pauze~
Zelfstandig oefenen 7.1
Afsluiting

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk check✓
7.1 online opdrachten spelling 20 minuten!: ✓
NIET GEMAAKT ? 
Welkom morgenmiddag 6e uur in A33 om dit alsnog te doen. 
Lenny (2 min.) David (12 min.) Jesaja (12 min.) Lisandro (6 min.)  
Geert, Sophie, Jesse, Charlotte, Phéline, Dayana, Mees, Samuel, Finn en Jayfiano

(6.1 ook nog NIET: Boaz, Dayana, Yaroslav) 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
We maken de oefeningen over het bepalen van de laatste letter -d of -t: 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laatste letter -t of -d ? ~herh.~
woes_ > woeste, 
dus woest
een_ > eenden, 
dus eend
bla_ > bladeren, 
dus blad
waar_ > waardig, 
dus waard
-eren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brui_
A
t
B
d

Slide 7 - Quizvraag

namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter, maar christendom, moslim en socialist.
Bul_
A
t
B
d

Slide 8 - Quizvraag

namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter, maar christendom, moslim en socialist.
Hengs_
A
t
B
d

Slide 9 - Quizvraag

namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter, maar christendom, moslim en socialist.
Hoofdsta_
A
t
B
d

Slide 10 - Quizvraag

namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter, maar christendom, moslim en socialist.
Bijvoeglijk naamwoord
Korte en lange vorm (zwart - zwarte): De hond is zwart. De zwarte hond. 
Van de korte naar de lange vorm:
  • -e achter het woord (mooi - mooie)
  • laatste medeklinker verdubbelen (wit - witte) -korte klank? dubbele medeklinker
  • klinker verwijderen (geel - gele) -lange klank? dan halen we er klinker af
  • f > v (lief - lieve)
  • s > z (wijs - wijze)
  • combinatie (loos - loze) Die laptop is waardeloos. De waardeloze laptop. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het bijvoeglijk naamwoord:
Wedstrijd is grandioos.
De ________________ wedstrijd.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uniek
A
Uniekke
B
Unieke

Slide 13 - Quizvraag

namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter, maar christendom, moslim en socialist.
Meervouden -en
  • -en achter het woord (stoel - stoelen)
  • klinker weghalen (been - benen) i.v.m. lange klank
  • medeklinker verdubbelen (vis - vissen) i.v.m. korte klank
  • f > v (duif - duiven)
  • s > z (kies - kiezen)
  • combinatie -van lange klank en s/z wisseling- (kaas - kazen)


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden 's en s
Vaste s:
- Na medeklinker (tafel - tafels)
- Na e of é (tante - tantes, café - cafés)
- Na 2 of 3 klinkers die 1 klank vormen (etui - etuis, cadeau - cadeaus)
's:
- Na a, i, o, u, y (auto - auto's)
- Na afkortingen (wc - wc's)
- Na 2 of 3 klinkers die meer klanken vormen (radio - radio's, cavia - cavia's)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden na ee en ie
ee: 
- Soms -s (chimpansees), soms ën (zeeën) = let op uitspraak! 
ie:
- Klemtoon op ie > +ën (industrie - industrieën / drie - drieën)
- Klemtoon niet op ie > ¨op e +n (porie - poriën) 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
abrikoos

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
bureau

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het meervoud van
fantasie

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Uitgang achter het woord: je, pje, tje of etje
- Soms medeklinker verdubbelen (gum - gummetje)
- Woord eindigend op ng: soms -etje (gang - gangetje), soms g > k (koning - koninkje)
- Woord eindigend op a, é, o, u: klinker verdubbelen (pizza - pizzaatje)
- Woord eindigend op i: i > ie (ski - skietje)
- Woord eindigend op medeklinker+y: ' voor uitgang (party - party'tje)
- Afkortingen: ' voor uitgang (wc - wc'tje)
- Soms worden korte klanken in het verkleinwoord lang (vat - vaatje)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je
pje
tje
etje
ng > nk
bel
film
muilezel
elastiek
kerstman
gebak
verrassing
uniform
cadeau

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk onderdeel heb je nog extra hulp/uitleg nodig?
oefen hiermee online 7.1
hoofdletters en leestekens
bijvoeglijk naamwoord
meervouden
verkleinwoorden
geen
laatste letter -t of -d

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
  • Cursus 6 §1 Online opdrachten Herhaling leerjaar 1 
  • Cursus 7 §1 Online opdrachten Herhaling leerjaar 1 
 ! maak wat je nog lastig vindt! 

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je kunt volledige zinnen maken met hoofdletters en de juiste leestekens. 
  2. Je weet hoe je het woordgeslacht kunt opzoeken en welke verwijswoorden erbij horen. 
  3. Je kent de trappen van vergelijking
    maken.
  4. Je weet de spelling van woorden op een -t of -d, bijvoeglijke naamwoorden, meervouden en verkleinwoorden.
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: 
Formuleren 6 § 2 verwijswoorden
Spelling cursus 7 § 2 leestekens

Huiswerk (PLENDA/AGENDA):
leer de aantekeningen van 6.1 en 7.1 en oefen hiermee! 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
  • Begin van een zin;
  • Bij (aardrijkskundige) namen;
  • Officiële feestdagen;
  • Historische gebeurtenissen;
  • Instellingen, verenigingen of bedrijven.

Dagen, maanden, seizoenen en windstreken geen hoofdletter.
Tussenvoegsels in namen geen hoofdletter.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens .?!,
Een zin eindigt met een:
- Punt (gewone zin)
- Vraagteken (vraagzin)
- Uitroepteken (een zin met extra nadruk)

Je schrijft een komma:
- Tussen twee persoonsvormen (Als je rent, ben je sneller.)
- Voor voegwoorden als maar, want, terwijl, omdat, enz. (Ik wil wel, maar ik mag niet.)


Let op: in principe geen komma voor en en of.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
Korte en lange vorm (zwart - zwarte): De hond is zwart. De zwarte hond. 
Van de korte naar de lange vorm:
  • -e achter het woord (mooi - mooie)
  • laatste medeklinker verdubbelen (wit - witte)
  • klinker verwijderen (geel - gele)
  • f > v (lief - lieve)
  • s > z (wijs - wijze)
  • combinatie (loos - loze) Die laptop is waardeloos. De waardeloze laptop. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden -en
  • -en achter het woord (stoel - stoelen)
  • klinker weghalen (been - benen) i.v.m. lange klank
  • medeklinker verdubbelen (vis - vissen) i.v.m. korte klank
  • f > v (duif - duiven)
  • s > z (kies - kiezen)
  • combinatie -van lange klank en s/z wisseling- (kaas - kazen)


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden 's en s
Vaste s:
- Na medeklinker (tafel - tafels)
- Na e of é (tante - tantes, café - cafés)
- Na 2 of 3 klinkers die 1 klank vormen (etui - etuis, cadeau - cadeaus)
's:
- Na a, i, o, u, y (auto - auto's)
- Na afkortingen (wc - wc's)
- Na 2 of 3 klinkers die meer klanken vormen (radio - radio's, cavia - cavia's)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden na ee en ie
ee: 
- Soms -s (chimpansees), soms ën (zeeën) = let op uitspraak! 
ie:
- Klemtoon op ie > +ën (industrie - industrieën / drie - drieën)
- Klemtoon niet op ie > ¨op e +n (porie - poriën) 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Uitgang achter het woord: je, pje, tje of etje
- Soms medeklinker verdubbelen (gum - gummetje)
- Woord eindigend op ng: soms -etje (gang - gangetje), soms g > k (koning - koninkje)
- Woord eindigend op a, é, o, u: klinker verdubbelen (pizza - pizzaatje)
- Woord eindigend op i: i > ie (ski - skietje)
- Woord eindigend op medeklinker+y: ' voor uitgang (party - party'tje)
- Afkortingen: ' voor uitgang (wc - wc'tje)
- Soms worden korte klanken in het verkleinwoord lang (vat - vaatje)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies