4.7 economisch beleid TL

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.7  Economisch beleid

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

--> Herhaling vorige les met een HW opdracht.

--> Uitleg, paragraaf 4.2.

--> Opdrachten maken.

--> Herhaling.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 12: Sleep de begrippen in de juiste plek van de tekst.
- Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.
- De hoeveelheid goederen en diensten
die je met je inkomen kunt kopen.
- Het inkomen dat je in euro's verdient.
- De lonen stijgen net zo veel als de prijzen.
- Je inkomen waarbij je rekening houdt met de inflatie.
- Een algemene prijsdaling van goederen en diensten.
- De Nederlandse overheid probeert
de inflatie rond de 2% te houden.
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
.............................
inflatie
prijsstabiliteit
Nominaal inkomen
koopkracht
Reëel inkomen
prijscompensatie
deflatie

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
- Ik kan het economisch beleid van de overheid uitleggen.

Slide 7 - Tekstslide

Planeconomie
  • GEEN marktwerking
  • Voorbeeld: Noord-Korea (vroeger Cuba en China)

Hier bepaalt de overheid bij elk bedrijf 
wat het produceert, hoeveel en tegen 
welke prijs.
(schuingedrukte opschrijven)

Slide 8 - Tekstslide

Vrije markt Economie
             Vraag en aanbod bepalen volledig de prijs van goederen.                     De overheid grijpt NIET in met regels of wetgeving. 

Er is geen land dat helemaal een vrije markt economie heeft.
 Een overheid neemt maatregelen, vuurwerkverbod & corona maatregelen. 

Slide 9 - Tekstslide

Zal NL een planeconomie of een markteconomie zijn?

Slide 10 - Open vraag

En Nederland dan?
Veel landen zitten tussen een planeconomie en een vrije markteconomie in: 
Gemengde economie = 
Georiënteerde markteconomie

Slide 11 - Tekstslide

Georiënteerde markteconomie

Nederland heeft een Georiënteerde markteconomie
- bepalen de producenten en consumenten de productie, consumptie en prijzen, maar wel binnen grenzen die de overheid heeft gesteld

Slide 12 - Tekstslide

Noem eens een voorbeeld hoe de overheid in NL in grijpt op de markt?

Slide 13 - Open vraag

Voorbeelden Overheidsingrijpen Nederland 
  • minimum-maximumprijzen vaststellen
  • inkomens herverdelen middels belastingtarieven
  • minimumloon vaststellen
  • subsidies en toeslagen ( huur, zorg) te geven
  • systeem van sociale zekerheid
  • eisen stellen aan de productie op gebied van gezondheid/milieu
  • overheid zelf gaan produceren

Slide 14 - Tekstslide

Nederland opschuiven naar planeconomie


  • regulering ( meer regels)
  • nationalisatie particuliere bedrijven
Nederland opschuiven naar vrijemarkteconomie


  • deregulering ( minder regels)
  • privatisering overheidsbedrijven

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maar wat is eigenlijk economische groei?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Voordeel economische groei
  1. reële inkomens stijgen
  2. de mensen verdienen meer en betalen meer belasting (waarom meer belasting?)

Slide 19 - Tekstslide

Economische groei wordt gestimuleerd door:
  1. beter onderwijs
  2. subsidies voor innovaties (product en proces)
  3. een lagere rente (kom ik op terug)
  4. goede concurrentiepositie

Slide 20 - Tekstslide

Investeringen in nieuwe producten en productiemethoden
  • een sterkere concurrentiepositie
  • meer vraag uit buitenland


Slide 21 - Tekstslide

Wordt er bij een lage rente MEER of MINDER geleend?
A
Meer
B
Minder

Slide 22 - Quizvraag

Gevolgen lage rente
  • gaan consumenten meer lenen en meer consumeren.
  • gaan bedrijven meer lenen en investeren.
 

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
--> Maken opgaven 3, 4, 5, 7, 8, 11 en 12 (4.2) blz. 146 t/m 149

--> rustig overleggen mag met de gene naast je.

--> Klaar? mag je iets voor jezelf doen.

--> VOLGENDE LES BOEK B MEE!

Slide 24 - Tekstslide

Georienteerde markteconomie
Planeconomie
Vrijemarkteconomie
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen, maar de overheid grijpt in bij een aantal basisbehoeften om deze betaalbaar te houden.
De overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs.
Economie waarin vraag en aabod de prijzen bepalen.

Slide 25 - Sleepvraag

Op de spaarrekening krijgen de spaarders tegenwoordig een lage rente. De rente is meestal lager dan de inflatie.
Het spaargeld wordt hierdoor minder waard.
Waarom zetten spaarders toch hun spaargeld op een spaarrekening?
A
Het spaargeld is veilig.
B
Het spaargeld op de spaarrekening levert nog iets op.

Slide 26 - Quizvraag

Hoe beïnvloedt rente de inflatie? Welke redenatie is de juiste?
A
Hoge rente, meer lenen, meer consumeren, hogere prijzen
B
Lage rente, meer lenen, minder consumeren, lagere prijzen.
C
Lage rente, meer lenen, meer consumeren, hogere prijzen
D
Hoge rente, minder lenen, meer uitgeven, hogere prijzen

Slide 27 - Quizvraag