4.7 Economisch beleid

4.7 Economisch beleid
De Nederlandse overheid vindt economische groei goed voor consumenten, ondernemers en ook voor de overheid zelf, want die ontvangt dan meer belasting. Maar hoe zorg je daar als overheid voor? En moet de overheid zich wel zoveel met de economie bemoeien? Deze paragraaf gaat over het economisch beleid van de overheid.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.7 Economisch beleid
De Nederlandse overheid vindt economische groei goed voor consumenten, ondernemers en ook voor de overheid zelf, want die ontvangt dan meer belasting. Maar hoe zorg je daar als overheid voor? En moet de overheid zich wel zoveel met de economie bemoeien? Deze paragraaf gaat over het economisch beleid van de overheid.

Slide 1 - Tekstslide

Georiënteerde markteconomie
In een planeconomie speelt de overheid een overheersende rol. De overheid bepaalt dan wat, hoeveel, door wie en voor welke prijs er geproduceerd wordt. De bedrijven zijn in handen van de overheid. Aan de andere kant heb je de vrijemarkteconomie. Daarin speelt de overheid nauwelijks een rol. Ondernemers en consumenten zijn de hoofdrolspelers en alleen vraag en aanbod regelen de productie.

Slide 2 - Tekstslide


De Nederlandse economie zit tussen deze twee soorten economie in. Nederland heeft een gemengde economie of een georiënteerde markteconomie.
Hierin beslissen producenten en consumenten over productie, investeringen en consumptie binnen door de overheid gestelde grenzen.

Slide 3 - Tekstslide

De overheid grijpt in
Nederland heeft een georiënteerde markteconomie. Als de uitkomst van het economisch proces onacceptabel is, grijpt de overheid in. En dat gebeurt voortdurend. Zo is er een Warenwet met kwaliteitseisen voor de producten en zijn er minimum- en maximumprijzen voor bepaalde producten.
De overheid zorgt voor toeslagen en subsidies. Er is een minimumloon en met het belastingstelsel herverdeelt de overheid de inkomsten.

Slide 4 - Tekstslide

De overheid grijpt in 2
Er is een uitgebreid sociaal stelsel met de bijstand als laatste vangnet. Daarnaast produceert de overheid zelf ook nog goederen en diensten.
In de jaren negentig van de vorige eeuw schoof de Nederlandse economie meer op in de richting van de vrijemarkteconomie. De overheid vond dat de markt aan minder regels gebonden moest worden (deregulering) en veel overheidsbedrijven kwamen in handen van de particuliere sector (privatisering)

Slide 5 - Tekstslide

De overheid grijpt in 3
Maar tijdens de economische crisis vanaf 2008 ging de overheid zich meer met de economie bemoeien (regulering). De overheid nam zelfs banken over (nationalisatie). Ook tijdens de coronacrisis kwam de overheid met een steun- en herstelpakket voor ondernemers en werkenden.

Slide 6 - Tekstslide

De overheid wil economische groei 1
De overheid wil dat bedrijven en instellingen elk jaar meer produceren. Een stabiele economische groei is goed voor bedrijven, consumenten en overheid. Bedrijven maken dan meer winst, de koopkracht van de consument neemt toe en de overheid krijgt hogere belastinginkomsten.

Slide 7 - Tekstslide

De overheid wil economische groei 2
De overheid kan de economie stimuleren door goed onderwijs en door subsidies voor nieuwe producten en productietechnieken. Voor economische groei is een goede concurrentiepositie van Nederland heel belangrijk. Nederland heeft een open economie en de export levert een groot deel van onze inkomsten op.

Slide 8 - Tekstslide

Rente, inflatie en groei
De overheid wil graag een lage rente. Bedrijven en consumenten kunnen dan goedkoper geld lenen. Dat is goed voor de economische groei, de groei van de productie. En de overheid hoeft dan minder rente te betalen over de staatsschuld.
De ECB bepaalt de rentestand waartegen banken en instellingen geld kunnen lenen. Maar de ECB kan de rente niet zomaar verlagen. De ECB moet ook de inflatie in de eurozone op ongeveer 2% houden.

Slide 9 - Tekstslide


Bij een oplopende inflatie verhoogt de ECB zijn rente, waardoor lenen duurder wordt. De consument koopt dan minder snel producten, waardoor bedrijven niet meer zo makkelijk hun prijzen verhogen. Zo probeert de ECB de inflatie te remmen.

Slide 10 - Tekstslide