In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Schildklieraandoeningen
Leerdoelen; na deze les:
Kun je de anatomie van de schildklier plaatsen
Kun je de regulatie van hormonen aan elkaar uitleggen
Kun je de werking van de schildklier uitleggen
Kun je onderscheid maken in hypo- en hyperthyreoïdie
Kun je uitleggen wat de ziekte van Graves is
Slide 2 - Tekstslide
Tongbeen
Luchtpijp
Strottenhoofd
Schildklier
Strotklepje
Slide 3 - Sleepvraag
Hoeveel weegt de schildklier?
A
0-10 gram
B
10-20 gram
C
50-100 gram
D
100-500 gram
Slide 4 - Quizvraag
Welke hormonen maakt de schildklier?
A
T1 en T2
B
Amylase en Lipase
C
T3 en T4
D
De schildklier maakt zelf geen hormonen
Slide 5 - Quizvraag
Als je schildklier goed werkt is je temperatuurregulatie ook op orde. Bij kou blijf je dan dus warm en bij warmte transpireer je
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Hormonen
Parathormoon/paratyreoïdhormoon:
Samen met vit D en calcitonine regelt dit calciumconcentratie in het bloed
Door direct effect op de botten en nieren en indirect effect op de darm zorgt PTH voor stijging calciumspiegel (o.i.v. vit D).
Slide 7 - Tekstslide
Regulatie van de hormonen
Slide 8 - Tekstslide
Regulatie van hormonen
T4 en T3 worden gebonden door eiwitten:
TBG (thyroxine bindend eiwit)
Pre-albumine
Albumine
T4 circa 99.98% eiwit-gebonden (= voorloper T3).
T3 circa 99.66% eiwit-gebonden
Klein deel T3 en T4 is direct beschikbaar: FT3/FT4.
Slide 9 - Tekstslide
Werking schildklier
Aanmaak Thyroxine (T4)
Aanmaak Tri-Jodothyronine (T3)
Jodium is nodig om deze twee aan te maken!
Slide 10 - Tekstslide
Werking schildklier (2)
Jodium:
Noodzakelijk onderdeel van voeding;
Inname door jodiumhoudend zout in o.a. brood, maar ook in vis en eieren.
Slide 11 - Tekstslide
Je schildklier is het enige orgaan in je lichaam dat jodium opneemt en uit het bloed zeeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Tyrosine
Tyrosine is een relatief groot aminozuur
Opname ook uit zout, vis of eieren.
Tyrosine maakt samen met jodium twee stoffen:
Monojodotyrosine (MIT) en dijodotyrosine (DIT)
Naar behoefte wordt koppeling gemaakt tot T3 en T4 in lever, spieren en hersenen.
Dit proces heeft deiodionase, en vindt in lever en spieren continue plaats, op basis van peroxidase-enzym (TPO)
Slide 13 - Tekstslide
Opslag schildklierhormoon
Follikels:
Het gevormde schildklierhormoon wordt opgeslagen in follikels of blaasjes van de schildklier.
Van daaruit uitscheiding naar bloed, door deze opslag heb je dus een voorraad!
Slide 14 - Tekstslide
Stofwisseling
Schildklier speelt een grote rol in stofwisseling; de schildklier zorgt dus voor energievoorziening!
Slide 15 - Tekstslide
Wat is stofwisseling precies?
Slide 16 - Open vraag
Wat zijn risicofactoren voor schildklieraandoeningen?
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Wat zijn algemene symptomen van een schildklierprobleem?
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Wat is essentieel bij het vaststellen van een schildklierprobleem?
A
Dat iemand een schildklier heeft
B
Dat er een röntgenfoto gemaakt wordt
C
Dat er bloedonderzoek gedaan wordt
D
Dat er sprake is van een schommelend gewicht
Slide 21 - Quizvraag
Waarom bloedonderzoek?
Onderzoek op TSH:
Indien waarde normaal is schildklier niet de oorzaak:
Te laag of te hoog; extra tests:
Vrij FT4; dit hormoon wordt geproduceerd voor weefsels en organen.
Te hoog? --> Te snelle werking -->?
Te laag? --> Te langzame werking -->?
Slide 22 - Tekstslide
Wat zijn de symptomen van een hypothyreoïdie?
Slide 23 - Woordweb
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat kunnen oorzaken zijn van een hypothyreoïdie?
Slide 26 - Woordweb
Slide 27 - Tekstslide
Onderzoek
Diagnose vaak pas laat door geleidelijk ontstaan klachten:
Palpatie halsgebied
Bloedonderzoek
Verlaagd T3/T4
TSH primair sterk verhoogd en secundair sterk verlaagd
Slide 28 - Tekstslide
Wat zijn symptomen van hyperthyreoïdie?
Slide 29 - Woordweb
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Hormonen en medicatie
Voor zowel hyperthyreoïdie als voor hypothyreoïdie hetzelfde medicijn:
Levothyroxine (=schildklierhormoon).
Bij hyperthyreoïdie wordt levothyroxine samen met een TSH remmer gegeven zodat de spiegel beter in de hand te houden is.
Bij een hypothyreoïdie vult levothyroxine het tekort aan het hormoon aan.
Levothyroxine moet altijd nuchter ingenomen worden omdat het hormoon slecht wordt opgenomen als er voedsel in de maag zit. Op dezelfde tijden innemen om spiegel te handhaven (= nodig voor dosering).
Slide 33 - Tekstslide
Ziekte v Graves
Bij deze ziekte wordt schildklier bovenmatig gestimuleerd door abnormaal anti-lichaam;
TSH kan hierdoor niet in het bloed worden aangetoond.
Productie is abnormaal hoog evenals aanwezigheid hiervan in het bloed
Exopthalmus en opthalmoplegie en geïrriteerde ogen zijn het gevolg.
Slide 34 - Tekstslide
Ziekte v Graves
Oogkas kegelvormige ruimte omgeven door bot behalve aan voorzijde.
Bepaalde witte bloedcellen stimuleren bindweefselcellen (fibroblasten) tot productie van groot suikermolecuul. Dat trekt vocht aan naar de oogkas waardoor weefsels zwellen.
Tevens ontstaat er meer vetweefsel en littekenweefsel.
Door uitzetting en littekenweefsel puilen ogen uit en zwellen oogleden.
Leidt tot niet goed kunnen sluiten ogen, niet goed bewegen van de oogspieren en ontstaat dubbelzien.
Soms is druk oogzenuw zo hoog dat het zien verstoord raakt
Kan ook ontstaan bij normale schildklierfunctie!
Slide 35 - Tekstslide
Behandeling Graves
Drie soorten:
Vloeibare vorm radioactief jodium (zorgt voor vertraging werking productie hormoon)
Geneesmiddel in tabletvorm (gericht of afremmen afgifte hormoon)
Operatief (verwijderen van een deel van de schildklier)
Welke vorm wordt gekozen adhv lichamelijke toestand en ernst van de hyperthyreoïdie.