In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Teksten lezen, week 21
Texel stap 10
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les:
* Heb je de stof die je tot nu toe over non-fictie geleerd hebt, toegepast op een langere tekst.
Slide 2 - Tekstslide
De tekst die bij de vragen in deze les hoort, vind je in de drive in het mapje van jouw Waddeneiland.
Kijk bij week 21.
Slide 3 - Tekstslide
Lees de inleiding van de tekst "Checky".
Welke manier(en) gebruikt de schrijver om de aandacht van de lezer te trekken?
A
Het noemen van het onderwerp.
B
Een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen en het noemen van het onderwerp.
C
Een of meer vragen stellen.
D
Een of meer vragen stellen en het noemen van het onderwerp.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?
Slide 5 - Open vraag
Lees de tekst "Checky" grondig.
Schrijf een synoniem op voor 'gecheckt' (r. 4).
Slide 6 - Open vraag
Welke interessante informatie geeft Checky?
Slide 7 - Open vraag
Is de volgende zin een hoofdzaak of een bijzaak?
"Als je ergens lang op de tram staat te wachten, is het niet verrassend dat je telkens je telefoon pakt, maar je zult verbaasd zijn hoe vaak je hem ook op school of bij een van je vrienden thuis tevoorschijn tovert."
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 8 - Quizvraag
Bedenk een tussenkopje boven alinea 2 dat de inhoud van de alinea duidelijk maakt.
Slide 9 - Open vraag
Beschrijf in je eigen woorden wat de schrijver bedoelt met "haken en ogen" (r. 11)
Slide 10 - Open vraag
Neem uit de tekst een synoniem over voor 'accuraat' (r. 12).
Slide 11 - Open vraag
Neem uit de tekst een antoniem over voor 'permanent' (r. 17).
Slide 12 - Open vraag
Wat is het deelonderwerp van de derde alinea?
Slide 13 - Open vraag
Waarnaar verwijst het woord?
Sleep de verwijswoorden naar het juiste antwoord.
deze app
(regel 11)
een leuke app
(regel 17)
de locaties
(regel 12)
ze (regel 12)
die (regel 17)
ze (regel 13)
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van "Checky"?
A
Informeren
B
Uitleg geven
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de tekstsoort van "Checky"?
A
Informerende tekst
B
Uiteenzettende tekst
C
Betogende tekst
D
Amuserende tekst
Slide 17 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
* Je hebt de stof die je tot nu toe over non-fictie geleerd hebt, toegepast op een langere tekst.