Werkwoordelijk gezegde
Ik zou het liefst naar huis willen fietsen.
wwg = zou willen fietsen
Naamwoordelijk gezegde
De juf schijnt leuk te zijn.
koppelwerkwoord = schijnt
werkwoordelijk deel = schijnt te zijn
naamwoordelijk deel = leuk
naamwoordelijk gezegde = schijnt leuk te zijn