Oefentoets thema 1 groep 6

Oefentoets thema 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets thema 1

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat dit thema over?
A
Planten
B
Dieren
C
Zintuigen
D
Het weer

Slide 2 - Quizvraag

Les 1
Zie jij wat ik voel? 


Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn zintuigen?
A
Organen in je lichaam waarmee je kan voelen
B
Organen in je lichaam waarmee je kan waarnemen
C
Dingen om je heen die je kan zien
D
Stofjes in je hersenen waarmee je kan horen

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel zintuigen heb je?
A
4
B
5
C
6
D
10

Slide 5 - Quizvraag

Wat is waarnemen?
A
Horen, zien, praten, ruiken en voelen
B
Luisteren, kijken, proeven, snuiten en voelen
C
Een stofje in je hersenen die je laten zien
D
Horen, zien, proeven, ruiken en voelen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is tast?
A
Ruiken
B
Voelen
C
Proeven
D
Praten

Slide 7 - Quizvraag

Welke 5 zintuigen heb je?
A
Oren, ogen, puntje van je neus
B
Oren, ogen, handen, mond, hoofd
C
Oren, ogen, mond, neus
D
Oren, ogen, neus, mond, huid

Slide 8 - Quizvraag

Mensen volgen geursporen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een geurspoor?
A
Een luchtje dat mensen kunnen volgen
B
Een spoor van vieze sokken
C
Een spoor van luchtjes die honden of andere dieren kunnen volgen
D
Een speurtocht

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de verschillende toonhoogtes
A
Hoog en laag
B
Snel en langzaam
C
Hard en zacht
D
Mooi en niet mooi

Slide 11 - Quizvraag

Mensen horen hogere tonen dan honden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Alle dieren horen dezelfde toonhoogtes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Honden met een korte neus kunnen het best ruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Walvissen horen lage tonen en roofvogels horen hoge tonen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Les 2
Herrie!

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heet de holle ruimte van een gitaar?
A
Snaren
B
Hals
C
Strijkstok
D
Klankkast

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet deze klankkast?
A
Hij is mooi
B
Zo kan je hem makkelijker vast houder
C
Zo klinkt het beter
D
Zo wordt het geluid versterkt

Slide 18 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij slappe gitaar snaren?
A
Dan wordt het geluid harder
B
Dan wordt het geluid zachter
C
Dan wordt de toon hoger
D
Dan wordt de toon lager

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurt er dan bij strakke snaren?
A
Dan wordt de toon lager
B
Dan wordt de toon hoger
C
Dan wordt het geluid harder
D
Dan wordt het geluid zachter

Slide 20 - Quizvraag

Hoe zit dit bij je stembanden? Als je stembanden slap zijn...
A
Wordt je stem harder
B
Wordt je stem zachter
C
Wordt je stem lager
D
Wordt je stem hoger

Slide 21 - Quizvraag

En als je stembanden strakker zijn...
A
Wordt je stem harder
B
Wordt je stem zachter
C
Wordt je stem hoger
D
Wordt je stem lager

Slide 22 - Quizvraag

Waar kan geluid zich het minst goed door verplaatsen?
A
Water
B
Lucht
C
Metaal
D
Steen

Slide 23 - Quizvraag

En waar verplaatst geluid zich het best door?
A
Water
B
Lucht
C
Metaal
D
Steen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe verplaatst geluid zich?
A
Door golven door een isolator
B
Door golven door een geleider
C
Door de lucht
D
Gewoon, gelijk naar je hersenen

Slide 25 - Quizvraag

Als er geen geleider is...
A
Kan je niet praten
B
Hoor je niks
C
Hoor je het zachtjes
D
Komt het geluid langzaam aan

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van het verplaatsen van geluid?
A
Gehoorgang, oorschelp, gehoorbeentjes, trommelvlies, slakkenhuis, hersenen
B
Oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, gehoorbeentjes, slakkenhuis, hersenen
C
Oorschelp, trommelvlies, gehoorgang, gehoorbeetjes, slakkenhuis, hersenen
D
Oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, slakkenhuis, gehoorbeetjes, hersenen

Slide 27 - Quizvraag

Hoe beweegt het geluid zich voort in je slakkenhuis?
A
Door te trillen
B
Door de lucht en de trilhaartjes
C
Door de trilhaartjes en de vloeistof
D
Door de vloeistof en de lucht

Slide 28 - Quizvraag

Les 3 
Kijken met je ogen

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een echo?
A
Een geluid dat je hoort
B
Een foto
C
Geluid dat terugkaatst
D
Een vleermuis soort

Slide 30 - Quizvraag

Als het geluid snel terug kaatst dan...
A
Is de echolocatie dichtbij
B
Is de echolocatie ver weg
C
Is er niks om tegen terug te kaatsen
D
Is het donker

Slide 31 - Quizvraag

Met een echo kun je een foto maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Hoe heet het maken van een foto door middel van een echo?
A
Fotografie
B
Echofoto
C
Echoscopie
D
Fotoscopie

Slide 33 - Quizvraag

Bij het maken van een echo bij een zwangere vrouw worden...
A
Hoge geluiden door lucht gestuurd
B
Lage geluiden door lucht gestuurd
C
Hoge geluiden door water gestuurd
D
Lage geluiden door water gestuurd

Slide 34 - Quizvraag

Wat maakt ook gebruik van echolocatie?
A
Solar
B
Sonar
C
Sofar
D
Sotar

Slide 35 - Quizvraag

Wat is gehoorbeschadiging?
A
Pijn aan je oor
B
Minder goed kunnen horen
C
Hard geluid
D
Pijn aan je neus

Slide 36 - Quizvraag

Hoe kan je gehoorbeschadiging voorkomen?

Slide 37 - Open vraag

Wat is de akoestiek?
A
Het geluid van een gitaar
B
Een echo
C
Kussens in een ruimte
D
De manier waarop het geluid wordt teruggekaatst in een ruimte

Slide 38 - Quizvraag

Wat kaatst geluiden terug?
A
Harde materialen
B
Zachte materialen

Slide 39 - Quizvraag

Waarvoor gebruiken schepen een sonar?
A
Om met de bemanning te praten
B
Om walvissen boven water op te sporen
C
Om scholen met vissen op te sporen
D
Om schepen op de zeebodem te kunnen vinden

Slide 40 - Quizvraag