Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
havo 4 cellen en DNA
Celorganellen
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Celorganellen
Slide 1 - Tekstslide
Cellen
Cellen bestaan uit celorganellen
Niet elke cel heeft dezelfde celorganellen
Dierlijke cellen en plantaardige cellen
Slide 2 - Tekstslide
Celkern
Kernmembraan
Kernplasma
Kernporiën
Chromosomen
Kernlichaam
Slide 3 - Tekstslide
Ribosomen
RNA (kopie van DNA) wordt afgelezen in
ribosomen
Hierbij worden eiwitten gevormd
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Golgisysteem en lysosoom
Golgi-systeem ontvangt eiwitten van E.R., bewerkt ze en stuurt ze door (in of uit de cel)
verpakt stoffen in blaasjes (lysosomen=insnoeringen van eigen membraan)
bevat allerlei soorten enzymen (voor elke reactie een ander enzym)
Slide 6 - Tekstslide
Energie opgeslagen in
ATP
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
DNA
bouw, locatie replicatie
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn chromosomen?
Slide 11 - Tekstslide
Bouw DNA
Veel paren samen vormen een
gen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Celcyclus
In welk deel van de celcyclus vindt DNA replicatie plaats?
Slide 15 - Tekstslide
Celcyclus
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Van DNA naar eiwit
transcriptie en translatie
Slide 18 - Tekstslide
DNA dubbele streng
DNA - RNA
RNA - eiwit
Waar staat dit in BINAS?
Slide 19 - Tekstslide
Binas 71C DNA&RNA (bouw)
Slide 20 - Tekstslide
Transcriptie
van DNA naar mRNA
Slide 21 - Tekstslide
Transcriptie - translatie
Slide 22 - Tekstslide
RNA naar eiwit: translatie
Translatie begint altijd bij een AUG code (het startcodon). Hiermee wordt een methionine aminozuur ingebouwd.
Er zijn een paar stopcodons waarmee de translatie stopt.
Slide 23 - Tekstslide
DNA nucleotidevolgorde
mutaties
Slide 24 - Tekstslide
Puntmutaties
Mutaties kunnen plotseling ontstaan
puntmutaties/ substituties:
een nucleotide wordt vervangen door een ander nucleotide
deletie:
nucleotide of nucleotide sequentie wordt uit chromosoom verwijderd
insertie
: wordt één nucleotide of meerdere nucleotiden aan een sequentie toegevoegd
Slide 25 - Tekstslide
puntmutatie: spontane verandering van nucleotide volgorde
/substitutie
Slide 26 - Tekstslide
puntmutatie: verandering van een nucleotide
/substitutie
Slide 27 - Tekstslide
puntmutatie
Een verandering in 1 nucleotidepaar ->
Verkeerde base-substitutie
extra base-insertie
base overgeslagen-deletie
Slide 28 - Tekstslide
Celorganellenquiz
Slide 29 - Tekstslide
Wat heeft een plantaardige cel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern, plastiden en chromosomen
B
cytoplasma, vacuole en celwand
C
celmembraan, bladgroenkorrels en celwand
D
vacuole, plastiden en celwand
Slide 30 - Quizvraag
Welk organel bestaat uit een
dubbelde fosfolipide-laag?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Kernplasma
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de functie van het golgi-systeem in de cel?
A
zorgt voor intracellulaire vertering
B
produceren van eiwitten
C
vorm geven aan eiwitten en het verpakken van eiwitten in blaasjes
D
vervoeren van eiwitten door de cel
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de functie van een lysosoom
in de cel?
A
zorgt voor intracellulaire vertering
B
drager van erfelijke eigenschappen
C
vervormen van eiwitten
D
transporteren van stoffen in de cel
Slide 33 - Quizvraag
Als appels rijp worden, verandert de schil van kleur.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
chloroplasten zijn overgegaan in chromoplasten
B
chloroplasten zijn overgegaan in amyloplasten
C
chromoplasten zijn overgegaan in amyloplasten
D
amyloplasten zijn overgegaan in chromoplasten
Slide 34 - Quizvraag
Onderdelen in een cel zijn:
1) ribosomen
2) leukoplast
3) celwand
4) grote vacuolen
Welke onderdelen komen alleen voor in plantaardige cellen?
A
Alleen 2 en 3
B
1, 2, 3 en 4
C
Alleen 2, 3 en 4
D
Alleen 3
Slide 35 - Quizvraag
Welke twee organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese in het cytoplasma?
A
Ribosomen, ER en Celmembraan
B
Ribosomen en chloroplasten
C
Plastiden
D
Ribosomen en ER
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de functie van de celkern?
A
Stevigheid
B
Wateropslag regelen
C
Opslag van DNA
D
Alle celorganellen op hun plek houden
Slide 37 - Quizvraag
Iemand heeft suikerziekte (diabetes). In welk organel zal deze patiënt als eerste gevolgen ondervinden van het gebrek aan glucose?
A
Golgi-systeem
B
Celkern
C
Ribosoom
D
Mitochondrium
Slide 38 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
2.2 en 2.3: DNA + Celdeling
Mei 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Mei 2023
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Juni 2022
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
17.5 Genregulatie ll
September 2023
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
4V 2.5 DNA en de celcyclus
Juni 2022
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Proefles Biologie DNA
Mei 2023
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
17.3 transcriptie translatie dl1 voorbereiding
September 2023
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
17.5 nabespreken klassikaal
September 2023
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6