23 24 25 26 Literatuur

De Verlichting was een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met...
A
de 16e eeuw
B
de 15e eeuw
C
de 17e eeuw
D
de 18e eeuw
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Verlichting was een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met...
A
de 16e eeuw
B
de 15e eeuw
C
de 17e eeuw
D
de 18e eeuw

Slide 1 - Quizvraag

Waarom heet de Verlichting zo?

Slide 2 - Open vraag

De reformatie in de zestiende eeuw zorgde ervoor dat
A
men historische zaken minder ging waarderen
B
het individu belangrijker werd
C
meer mensen Rooms Katholiek werden
D
er meer beelden in de kerken kwamen

Slide 3 - Quizvraag

Welke van onderstaande termen horen alle drie bij de Verlichting?
A
theocentrisme, classicisme, modernisme
B
liberalisme, optimisme, tolerantie
C
existentialisme, empirisme, feodalisme
D
purisme, aforisme, antropocentrisme

Slide 4 - Quizvraag

Alle macht berust bij een vorst.
A
Absolutisme
B
Monarchie
C
Verlichting
D
Liberalisme

Slide 5 - Quizvraag

Dit was in economisch opzicht de sterkste klasse in de 18e eeuw.
A
Adel
B
Boeren
C
Burgerij
D
Geestelijkheid

Slide 6 - Quizvraag

De ... streefden naar meer democratie.
A
Patriotten
B
Prinsgezinden

Slide 7 - Quizvraag

Uitroepen Bataafse republiek
Franse Revolutie

Jaartal tijdens
stadhouderloos
tijdperk

Fransen vallen Republiek binnen
1795
1789
1745
1793

Slide 8 - Sleepvraag

§23: Literatuur

Slide 9 - Tekstslide

Algemeen


Invloed van de Verlichting --> alleen in de proza.

(Toneel en poëzie = neoclassicistisch)

Slide 10 - Tekstslide

Verlichte literatuur
  • Didactisch
  • Bloei van het essay en het aforisme

Slide 11 - Tekstslide

§ 23 Literatuur
Genres:
  • de Encyclopédie ​
  • spectatoriale tijdschriften​
  • imaginaire reisverhalen​
  • Robinsonade​
  • roman
  • jeugdliteratuur​






Slide 12 - Tekstslide

Diderot
1713-1784
O.l.v. Diderot werkten verschillende geleerden samen
Doel
Informeren én de lezer de juiste - rationele - weg tonen
Inhoud
Er verschenen 35 delen tussen 1751 en 1780.
Hierin werden verschillende wetenschappelijke onderwerpen behandeld.

Slide 13 - Tekstslide

spectatoriale tijdschriften
  • Informatief, didactisch-moralistisch
  • Verschillende onderwerpen
  • Artikelen werden in andere vormen gegoten
  • Simpele vorm

Slide 14 - Tekstslide

Imaginaire reisverhaal
  • Populair!
  • Schijn wordt opgehouden dat het om een echte reis gaat
  • Verzonnen landen met verschillende bestuursvormen, zeden en gewoonten
  • Utopie vs. dystopie


--> Doel auteur?

Jonathan Swift (1726)
Satire: In het eerste deel heeft men oorlog over hoe je het beste een gekookt ei kunt tikken. De ‘big-endians’ doen dit het liefst aan de brede kant van het ei, de ‘little-endians’ tikken aan de smalle kant.
Swift parodieerde hiermee de religieuze strijd tussen katholieken en protestanten in Engeland.
Utopie: tweede en vierde deel van Gulliver's travel zijn niet alleen satires, maar ook utopieën. Bij de reuzen en bij de paarden komen geen uitbuiting, armoede en onderdrukking voor.
J.A. Schasz (1788)
Zie §25

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

 Robinsonade
  • Nauw verwant aan het imaginaire reisverhaal
  • afzondering, alleen


--> Doel auteur?

Daniel Defoe (1719)
Crusoe is het individu van de Verlichting dat zijn eigen vrijheid ontwerpt. Het belangrijkste hieraan is de invloed die Crusoë op de natuur heeft. Hij past de natuur aan naar zijn hand, beïnvloedt deze en schept zijn eigen imperium waarin hij alleen met de natuur te maken heeft. Deze mens is los van alle conventies, zoals kerk en staat, die tussen mens en natuur in kunnen staan
Hedendaagse invloeden
Het werk van Defoe inspireert nog steeds, afzonderen van de samenleving op een tropisch eiland is de inspiratie voor programma's als Expeditie Robinson en Million Dollar Island. Daarnaast vormt het verhaal van Robinson Crusoe de inspiratie voor films als Cast Away. 

Slide 17 - Tekstslide

De roman
  • Nieuw!
Nadruk op personen: gebeurtenissen zijn een middel
  • Psychologische roman, ontwikkelingsroman
  • Realistisch door gestalte van tijd en ruimte
  • Ontstaan ±1740 (Engeland), nu: meest gelezen genre

Slide 18 - Tekstslide

§ 24: Justus van Effen

Slide 19 - Tekstslide

Justus van Effen (1684-1735)
  • Jurist, vertaler
  • Oprichter van de Hollandsche Spectator (1731-1735)
  • Pleidooi voor het gebruik van de moedertaal i.p.v. het Frans
  • Pleidooi voor verdraagzaamheid


Inhoud Hollandsche Spectator

  • Essays, korte verhalen
  • Literatuur, taalkunde, sociale problemen, godsdienst

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

§ 25: J.A. Schasz

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Reize door het apenland (1788)
  1. Genre(s) verhaal?
  2. Moraal?

Slide 24 - Tekstslide

Reize door het apenland

  • Genres: imaginair reisverhaal en satire


  • Moraal: politieke toestand in de 18e eeuw (satire) en volg niet blindelings wat de (politieke) leiders zeggen.

Slide 25 - Tekstslide

De auteur
  • J.A. Schasz 
  • Waarschijnlijk het pseudoniem van Gerrit Paape (1752-1803)
  • Journalist (actualiteit, politiek)
  • Moest vluchten naar Frankrijk

Slide 26 - Tekstslide

Dit was vroeger mijn favoriete jeugdboek: ...

Slide 27 - Open vraag

§26: Hiëronymus van Alphen

Slide 28 - Tekstslide

Ideeën over opvoeding
  • Rousseau: mens wordt bedorven door my. Kinderen zo lang mogelijk in kinderwereld laten, vrij laten, dan zullen ze zich ontwikkelen tot goede mensen
  • Literair gevolg: ontstaan jeugdliteratuur

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Hieronymus van Alphen
  • Jurist, hoge ambtelijke functie van schatkistbewaarder
  • Weduwnaar, vader van drie jonge zoontjes
  • Schreef opvoedkundige gedichtjes
  • Schreef in begrijpelijke taal voor kinderen
  • Deugden als leergierigheid, naastenliefde,
    vaderlandsliefde, godsdienstigheid
  • Proeve van kleine gedichten voor kinderen (1778)
  • Komisch effect nu


Slide 31 - Tekstslide

Het vrolijk leeren
Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, 
En waarom zou mij dan het leeren verveelen? 
Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak. 
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken; 
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken, 
't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.


Slide 32 - Tekstslide

De perzik
Die perzik gaf mijn vader mij,
 Om dat ik vlijtig leer.
Nu eet ik vergenoegd en blij.
Die perzik smaakt naar meer.
De vrolijkheid past aan de jeugd
Die leerzaam zig betoont.
De naarstigheid, die kinderdeugd,
 Wordt altoos wel beloond.

Welke deugd wordt hier aangeprezen?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Welke deugd wordt hier geprezen?




Dan zinge ik: Hemelkoning!
Gij doet viooltjes groeien,
Met roosjes, maagdeliefjes,
Citroenkruid en seringen,
Met duizend duizend bloemen;
Om uwe magt en liefde
Aan kinderen te toonen.
Hoe mooi staat mij dit kransjen!
Ach laat mij niet vergeten
Dat gij het hebt doen groeien!

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak Tussentoets 20-23 en 
WB 24 (p. 20-21), 26.1  en 26.2 (p. 21)

Slide 36 - Tekstslide