H16_Diabetes_Type 2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
apothekersassistenteMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Werking Biguaniden
Werking;
In de lever;
Ze vertragen de glucoseproductie, hierdoor vermindert de hoeveelheid glucose in het bloed
Ze vergroten de gevoeligheid van de spiercellen voor insuline
Verlaagt de nachtelijke glucose-productie in de lever, en daarmee de nuchtere glucose-waarde
Voordeel;
Metformine helpt bij overgewicht
Geen risico’s op hypo’s
Bijwerkingen;
Maag darm klachten
Zoals diarree, misselijkheid, braken
Tip; innemen bij de maaltijd dit kan de klachten verminderen
Vieze smaak in de mond
Verminderde eetlust



Slide 18 - Tekstslide

Waarom zijn de biguaniden 1e keus?
A
Omdat het tabletten zijn ipv injecties
B
Omdat ze zorgen voor gewichtsvermindering
C
Ze werken in de darmen minder bijwerkingen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is nog een groot voordeel van Metformine?
A
Geen vieze smaak in de mond
B
Weinig bijwerkingen
C
Weinig tot geen hypo's
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe werken SU derivaten?
A
Vertragen de glucoseproductie
B
Verlaagt de nachtelijke glucose-productie
C
Stimuleren de insuline gevoeligheid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het grote nadeel van SU derivaten?
A
Gewichtstoename en hypo's
B
Extreem gewichtverlies en hypers
C
Vieze smaak en maag darm bijwerkingen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welke 2 systemen in het lichaam zorgen voor aanmaak insulines?
A
Eilandjes van Lagerhands en SU derivaten
B
Eilandjes van Langerhands en Incretines
C
Glycageen en glucagon
D
De lever en Glucagon

Slide 33 - Quizvraag

Welke stelling is juist;
A
Incretine mimetica worden oraal ingenomen
B
Incretine mimetica mag niet gecombineerd worden
C
Incretine mimetica is gelijk aan insuline
D
Incretine mimetica wordt IM gegeven

Slide 34 - Quizvraag

Welke stelling is juist; DPP4 remmers....
A
Zijn 1e keus
B
Altijd gecombineerd met antidiabetica
C
Worden IM toegediend
D
leiden tot hypo's

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide