Herhaling werkwoordspelling en formuleren

Welkom!
Ga zitten op je plek.
Startopdracht: lees uit je leesboek.
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen
timer
15:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten op je plek.
Startopdracht: lees uit je leesboek.
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Terugblik op de vorige les
3. Lesdoel 
4. Aan de slag
5. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd en in voltooid deelwoord foutloos spellen, ook als ze hetzelfde klinken.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 2, 4 en 5 van blz. 240/241

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
1. Ik kan me voorbereiden op de toets die gaat over formuleren en werkwoordspelling.

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren
1. Ik kan op de juiste manier verwijzen naar personen en dingen.
2. Ik kan op de juiste manier verwijzen naar bezit.
3. Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
4. Ik kan samengestelde zinnen schrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden
De (m)(v) = deze, die
Het (o) = dit, dat
Meervoud (mv) = deze, die

Slide 8 - Tekstslide

Nog meer verwijswoorden
Het-woorden(onzijdig)= het, zijn, dat, dit
De-woorden(mannelijk)= hij, hem, zijn, die, deze
De-woorden(vrouwelijk)= zij/ze, haar, die, deze
Meervoud= zij/ze, hun, die, deze

Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoorden
ik = mijn
hij = zijn
zij = haar
het = zijn
wij = onze
jullie = jullie
ons = onze

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde zinnen


Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen en wordt aan elkaar vastgeplakt door een voegwoord. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak ik een samengestelde zin?
1. Gebruik een voegwoord om van twee zinnen één zin te maken.
2. Zet een komma voor het voegwoord (behalve voor en & of)
3. Controleer de woordvolgorde in de zin. 

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordspelling
1. De persoonsvorm
2. Tegenwoordige tijd
3. Verleden tijd
4. Verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden
5. Voltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdracht met het krantenartikel.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan me voorbereiden op de toets over formuleren en werkwoordspelling.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leer de groene vakjes goed: blz. 216 t/m 223 gaan over formuleren. In elke paragraaf staat een groen vak met theorie. Om dit te leren, kun je deze samenvatten. Om te oefenen, kun je de opdrachten maken en Numo oefenen.

Ook blz. 238 t/m 241 zijn belangrijk. Deze gaan over werkwoordspelling. Ook hiervoor kun je Numo gebruiken. Lees de groene theorievakjes goed. 

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter?
Zijn er nog vragen?

Slide 17 - Tekstslide