wiskunde H8 §1 vergrotingsfactor

H8.1 vergrotingsfactor
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8.1 vergrotingsfactor

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Als je een foto hebt gemaakt en je gaat die vergroten dan noem je de vergroting ook wel het ................. van de foto.
A
origineel
B
beeld

Slide 5 - Quizvraag

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?
A
lengte grootste plaatje: lengte kleinste plaatje
B
lengte beeld : lengte origineel
C
lengte origineel : lengte beeld
D
breedte beeld : breedte origineel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is gelijkvormigheid?
A
Het beeld en het origineel hebben dezelfde vorm.
B
De maten van het beeld zijn allemaal met dezelfde vergrotingsfactor vergroot.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Logo II is de vergroting van logo I.
Bereken de vergrotingsfactor. Rond af op 1 decimaal.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de vergrotingsfactor als a het origineel is?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de vergrotingsfactor als A het origineel is.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de vergrotingsfactor als KLM het origineel is?

Slide 14 - Open vraag

Verkleinen en vergroten op een kopieerapparaat.
Als je met een kopieeraparaat of op de computer gaat vergroten en verkleinen werk je met procenten.
100 % dan is je beeld even groot als het origineel;
Minder dan 100 % dan is je beeld kleiner dan het origineel;
Meer dan 100% dan is je beeld groter dan je origineel.

Slide 15 - Tekstslide

vergrotingsfactor en procenten
Om van procenten naar de vergrotingsfactor te komen deel je het aantal procenten door 100.
Dus bij 125 % hoort een vergrotingsfactor van 125:100 = 1,25
Bij 75 % hoort een vergrotingsfactor van 75 : 100= 0,75
Om van de vergrotingsfactor naar procenten te komen vermenigvuldig je de vergrotingsfactor x 100.
Dus 2 x zo groot is een vergroting van 2x100 = 200 %
Dus 0,5x zo groot (is dus eingelijk kleiner) is een vergroting van 0,5x100=50%
Je mag ook zeggen 100:2 = 50%

Slide 16 - Tekstslide

Senna legt haar hand op het kopieerapparaat. Ze stelt het in op 150 %.
Wordt de kopie van haar hand groter of kleiner?
A
groter
B
kleiner

Slide 17 - Quizvraag

Senna legt haar hand op het kopieerapparaat. Ze stelt het in op 150 %.
Welke vergrotingsfactor hoort bij 150%
A
1,5
B
0,67
C
50

Slide 18 - Quizvraag

Senna legt haar hand op het kopieerapparaat. Ze stelt het in op 150 %.
De ring van Senna is 7 mm breed. Hoe breed is de ring op de kopie?
A
4,67 mm
B
5 mm
C
7 mm
D
10,5 mm

Slide 19 - Quizvraag

Maak nu les 8.1 op de digitale methode. Inloggen via leermiddelen in magister. Als je dit gedaan hebt vult je hier je procentuele score in.

Slide 20 - Open vraag