Les 4.8 Spelling (2)

Inhoud van deze les

• Welkom

• Taalvoutje

• Doel: Aan het eind van de les weet ik hoe ik zwakke werkwoorden in de verleden tijd moet vormen. Ook weet ik hoe ik meervouden moet vormen met een -s of -'s. Tenslotte kan 8 dicteewoorden foutloos schrijven.

1 / 12

Slide 1: Tekstslide

NeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inhoud van deze les

• Welkom

• Taalvoutje

Slide 1 - Tekstslide

Taalvoutje

Loempia’s moeten ook wel eens uitrusten van het loempia zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Actie:

• Herhaling instructie zwakke werkwoorden in de verleden tijd

• Herhaling instructie meervoud op -s of -'s

• ZS: Les 4.8 opdracht 1 - 11

TJZ les 4.8

Extra spelling (blz. 69 en 70)

Versterk Jezelf hoofdstuk 4

• Afsluiting (evaluatie leerdoelen)

Slide 3 - Tekstslide

Uitlegvideo

Hierna volgt een uitlegvideo over eenvoudige werkwoorden.

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd (1)

Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd niet van klank veranderen (klankvaste werkwoorden).

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je door -de(n) of -te(n) achter de ik-vorm te zetten.

noemen - ik noem - ik noemde - wij noemden

horen - ik hoor - ik hoorde - wij hoorden

fietsen - ik fiets - ik fietste - wij fietsten

werken - ik werk - ik werkte - wij werkten

Slide 6 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd (2)

fietsen - ik fiets - ik fietste - wij fietsten 't k o f s ch i p

werken - ik werk - ik werkte - wij werkten 't s e x y f o k s ch aa p

bonzen - bonz (stam) - ik bons - ik bonsde - wij bonsden draven - drav (stam) - ik draaf - ik draafde - wij draafden

praten - ik praat - ik praatte - wij praatten

kneden - ik kneed - ik kneedde - wij kneedden

Slide 7 - Tekstslide

Uitlegvideo

Hierna volgt een uitlegvideo over zwakke (en sterke) werkwoorden in de verleden tijd.

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Meervoud zelfstandige naamwoorden op -s of -'s

-s: voetballer - voetballers, etalage - etalages Meervoud op:

-'s: camera - camera's, foto - foto's, kiwi - kiwi's

paraplu - paraplu's, hobby - hobby's

Je schrijft dus een -'s als een woord eindigt op: -a, -i, -o, -u en -y

Slide 10 - Tekstslide

timer

15:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide