Taalverzorging 1 S2D

Taalverzorging 1
Lesdoelen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging 1
Lesdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Theorie blz. 32

Slide 2 - Tekstslide

Ga naar de LessonUP zinsdelen

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken opdr. 1 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2a blz. 32 
 1 In onze achtertuin | staat | een grote boom.
  2 Juul | heeft | tijdens haar presentatie | een foto | laten zien.
  3 Faber | oefent | op de site | met zinsdelen.
  4 Vanmiddag | moet | ik | naar de tandarts.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 b blz. 33
 1 In onze achtertuin staat een grote boom.
 wwg = staat
 ond = een grote boom
 lv = -

2 Juul heeft tijdens haar presentatie een foto laten zien.
 wwg = heeft laten zien
 ond = Juul
 lv = een foto



Slide 6 - Tekstslide

vervolg opdracht 2
3 Faber oefent op de site met zinsdelen.
 wwg = oefent
 ond = Faber
 lv = -
4 Vanmiddag moet ik naar de tandarts.
wwg = moet
ond = ik
lv = -
c 1 werkwoordelijk gezegde/ wwg
 2 onderwerp/ ond
 3 lijdend voorwerp/ lv

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 3 blz.34
1 Het jongetje | redt | de hond.
wwg = redt
ond = Het jongetje
lv = de hond
 2 De hond | redt | het jongetje.
wwg = redt
ond = De hond
lv = het jongetje

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 3 blz. 34
1 Mijn opa vertelt een verhaal.
2 Ik drink mijn thee op.
3 Wij bespreken alle antwoorden.
4 De docent legt de theorie uit.
5 Ik geef een cadeau.
c meegeven, vertellen
d Bijvoorbeeld:
 1 Zin: Mijn opa vertelt mij een verhaal.
  Vierde zinsdeel: meewerkend voorwerp
 2 Zin: De docent legt de theorie uit aan de leerlingen.
  Vierde zinsdeel: meewerkend voorwerp


Slide 9 - Tekstslide

samen maken opdr. 4

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken 4
12 was - werkwoord
13 een - lidwoord
14 schuurtje - zelfstandig naamwoord
15 brengen - werkwoord
16 stuur - zelfstandig naamwoord
17 in - voorzetsel
18 telefoon - zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Tekstslide

theorie blz. 37

Slide 12 - Tekstslide

theorie blz.38

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

nakijken 5  en 6 blz. 36 en 37

Slide 20 - Tekstslide

nakijken 7 blz. 38

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken opdr. 8 en 9 blz. 39

Slide 22 - Tekstslide

theorie blz. 40

Slide 23 - Tekstslide

Kiki gaat niet naar school.
Ze is ziek. Maak van deze twee zinnen één zin. Gebruik een voegwoord.

Slide 24 - Open vraag

Maak een zin met het voegwoord
"omdat"

Slide 25 - Open vraag

Maak een zin met het voegwoord
"of"

Slide 26 - Open vraag

Bedenk zelf een zin met een ander voegwoord. (kijk in de theorie op blz. 40)

Slide 27 - Open vraag

Theorie blz. 42

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het wederkerend voornaamwoord in de zin:
Zij vergist zich in hem.

Slide 29 - Open vraag

Wat is het wederkerend voornaamwoord in de zin:
Jij voelde je verdrietig gisteren.

Slide 30 - Open vraag

Theorie blz. 43

Slide 31 - Tekstslide

Maken (huiswerk)
Opdracht 5 t/m 12 blz. 36 t/m 41


Slide 32 - Tekstslide