4.2 Duitsland wordt een Republiek, 1918 - 1925
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Gebruik de tekst, bron 1 en bron 2.
Toon met de bronnen 1 en 2 aan dat de Spartakisten communisten zijn.
Toon met de bronnen 1 en 2 aan dat de Spartakisten communisten zijn.
Slide 2 - Open vraag
Gebruik de tekst, bron 1 en bron 2.
Toon met een voorbeeld uit bron 2 aan dat de Spartakisten revolutionairen zijn.
Toon met een voorbeeld uit bron 2 aan dat de Spartakisten revolutionairen zijn.
Slide 3 - Open vraag
Gebruik de tekst, bron 3 en bron 4.
2a. Geef aan wat generaal Ludendorff bedoelt met ‘de huidige situatie’.
2a. Geef aan wat generaal Ludendorff bedoelt met ‘de huidige situatie’.
Slide 4 - Open vraag
Gebruik de tekst, bron 3 en bron 4.
2b. Bron 3 is een bevestiging van bron 4. Toon met behulp van beide bronnen aan dat deze bewering juist is.
2b. Bron 3 is een bevestiging van bron 4. Toon met behulp van beide bronnen aan dat deze bewering juist is.
Slide 5 - Open vraag
2c. Beide bronnen kloppen niet met de echte gebeurtenissen. Toon aan dat hier sprake is van een 'legende', een verhaal met een kern van waarheid.
Slide 6 - Open vraag
2d. Hoe zouden we zoiets als de dolkstootlegende tegenwoordig noemen?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Gebruik de tekst en bron 5, ook het filmfragment.
3a. Van de zes maatregelen uit het Verdrag van
Versailles hierboven komen er drie terug in het
filmfragment. Noem deze drie.
3a. Van de zes maatregelen uit het Verdrag van
Versailles hierboven komen er drie terug in het
filmfragment. Noem deze drie.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?Slide 9 - Open vraag
3b. Leg het woord ‘Dictaat’ uit aan de hand
van het filmfragment uit.
van het filmfragment uit.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?Slide 10 - Open vraag
3c. In het grijze vlak staan de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Hoe moest het Verdrag van Versailles voorkomen dat Duitsland nog eens een oorlog zou beginnen?
Sleep de bepalingen van het verdrag (geel) naar de juiste oorlogs oorzaak.
Duits leger mag niet groot zijn.
Geallieerden bepalen alles samen en Duitsland heeft niets te zeggen.
Duitsland wordt vernederd en qua gebied kleiner gemaakt en is schuldige van de oorlog.
Duitsland moet koloniën afstaan.
Slide 11 - Sleepvraag
4. Gebruik de tekst en bron 6.
Leg uit dat bron 6 goed de inflatie laat zien.
Leg uit dat bron 6 goed de inflatie laat zien.
Slide 12 - Open vraag
5. Gebruik de tekst en bron 7.
Denk na.
In bron 7 wordt gesproken over 'Novembermisdadigers'. Leg uit of daarmee Hitler een voor- of tegenstander is van de Dolkstootlegende.
Denk na.
In bron 7 wordt gesproken over 'Novembermisdadigers'. Leg uit of daarmee Hitler een voor- of tegenstander is van de Dolkstootlegende.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Noem drie voorbeelden waardoor het in Duitsland na 1924 beter ging.
Slide 15 - Open vraag
Geef aan waarom andere landen weer vertrouwen in de buitenlandse politiek van Duitsland kregen.
Slide 16 - Open vraag
Was Hitler een voor- of tegenstander van het Dawes Plan?
Leg je antwoord uit met informatie uit de bron.
Schrijf dus eerst je keuze op: voorstander of tegenstander.
Begin daarna je antwoord met: De bron laat zien.....
Leg je antwoord uit met informatie uit de bron.
Schrijf dus eerst je keuze op: voorstander of tegenstander.
Begin daarna je antwoord met: De bron laat zien.....
Slide 17 - Open vraag
Waarom was Hitler
een tegenstander van het Dawesplan?
een tegenstander van het Dawesplan?
Slide 18 - Open vraag
Plaats onderstaande bronnen in de juiste historische volgorde. Je kunt de afbeeldingen vergroten door erop te klikken.
Klik op de hotspot (?) voor de vertalingen van de teksten.
Slide 19 - Sleepvraag
Schrijf hier iets op wat je nog niet begrijpt uit deze les.
