Thema 20 vakantie -tekst problemen op vakantie (roze) woordenschat

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 20 vakantie 

Tekst: Problemen op vakantie (roze)

Samen lezen

bewegen (ww)

van plaats laten veranderen, zorgen dat iets op een andere plaats komt

TT => Ik beweeg, jij beweegt, wij bewegen

VT => ik bewoog, wij bewogen (sterk ww)

VTD => ik heb bewogen

daardoor 

door die oorzaak

(oorzaak => waardoor het komt)

ZINNEN

Daardoor word je misselijk en moet je overgeven.

De trein had vertraging. Daardoor kwam de leerling te laat op school.

dichthouden (ww)

zo houden dat iets gesloten blijft

TT => ik houd ... dicht, hij houdt ... dicht, wij houden ... dicht

VT => ik hield ... dicht, wij hielden .. dicht (sterk ww)

VTD => ik heb de deur dichtgehouden

tegenstelling: openhouden

klaarliggen (ww)

gereed zijn

TT => het ligt klaar

VT => het lag klaar (sterk ww)

VTD => ik heb het klaargelegen

het kwartier

een vierde deel van een uur, 15 minuten

het kwartier => de kwartieren

de muggenstift

een pen die helpt tegen de jeuk van een muggenbult

de muggenstift => de muggenstiften

overgeven (ww)

als eten uit je maag door je mond naar buiten komt, meestal als je ziek bent

TT => ik geef over, hij geeft over, wij geven over

VT => ik gaf over (sterk ww)

VTD => ik heb overgegeven

prettig

iets wat een goed gevoel geeft, plezierig, aangenaam

prettig => prettige

tegenstelling: onprettig

de reis

als je van de ene plaats naar een andere plaats gaat

de reis => de reizen

de reisziekte

misselijk zijn door het bewegen van de auto of de boot waar je in zit

de reisziekte => de reisziektes

voorin

in het voorste deel

ZIN: Kies een plek voorin de auto.

tegenstelling: achterin

Er zitten vier ... in een uur.

Wat betekent het woord 'prettig'?

1. iets wat geen goed gevoel geeft
2. onplezierig
3. iets wat een goed gevoel geeft
4. heel vervelend

Wat betekent het woord 'klaarliggen'?

1. zo houden dat iets gesloten blijft
2. gereed zijn

Maak een verhaaltje met de woorden: '(de) auto', 'bewegen', '(de) reisziekte' en 'overgeven'.

Quizlet

https://quizlet.com/nl/813335849/disk-thema-20-vakantie-woordenschat-bij-tekst-problemen-op-vakantie-roze-flash-cards/